Er zit een meisje in de trein, tweede klas, niet roken, midden van decoupe, hondje op schoot, bloemetje in de hand en blik op oneindig. Komt erplots een oude , dikke man tegenover haar zitten. De man knikt even goededag en steekt even later een sigaar op. De man schijnt ervan te genieten en paft lekker weg. Het meisje ziet dit met lede ogen aan. Allengs begint het haar flink te irriteren en na herhaaldelijk vragen, de man rookt rustig verder, is haar geduld op; het meisje barst dan ook uit haar vel; ze staat op, trekt het raampje open, grist de man de sigaar uit de mond en smijt de sigaar naar buiten. Voldaan gaat ze weer zitten. Perplex blijft de man een moment zitten, dan wordt ook hij boos; hij staat op, pakt het hondje van het meisje haar schoot en smijt het niets vermoedende beestje door hetzelfde treinvenster naar buiten... Gescholden dat ze heeft!, ze werd helemaal gek, de conducteur kan haar er nog maar net van weerhouden de noodrem te gebruiken. Bij het volgende station springt het meisje dan ook huilend uit de trein en begint te roepen naar haar hondje. Idefix, idefix (want zo heette de trouwe viervoeter)idefix, idefix!! Maar geen spoor van het hondje! De trein rijdt verder, kompleet met de oude, dikke man die intussen een nieuwe sigaar aan het opsteken is. Maar het meisje is wanhopig en blijft roepen. Eindelijk na een half uur roepen, wie komt daar in de verte aanlopen? Ja hооr, Idefix, het hondje van het meisje, en raad eens wat hij in zijn век heeft? Nou raad eens? Nee, niet de sigaar. Tien ton Staal.