Twee mannen zitten tegenover elkaar in de trein. Een van de twee probeert een kruiswoordpuzzel op te lossen. Op een gegeven moment slaat hij het boekje dicht. Ik schei er mee uit. Ik kan het niet. Ach, zegt die ander, je moet het niet zo snel opgeven. We proberen het samen wel. Roep maar wat. Die ander pakt het boek weer op en slaat het open. Hier, vrouwelijk geslachtsorgaan, zes letters beginnende met een V. Horizontaal of verticaal?, vraagt de ander. Horizontaal! Nee, dan weet ik het ook niet.
0
0