Computer Moppen, Computer humor
Een vrachtwagenchauffeur vervoert een lading computers en onderdelen door Amerika. Op een gegeven moment maakt hij een stop om even een biertje te pakken. Terwijl hij de bar nadert ziet hij een groot bord:
"Nerds niet welkom! Kom binnen op eigen risico"
Hij gaat naar binnen en gaat zitten. De barkeeper komt naar hem toe en snuffelt wat rond bij zijn tafel, en zegt vervolgens:
De chauffeur zegt dat hij een vrachtwagen bestuurd en dat de lucht waarschijnlijk komt door de lading die hij nu vervoert.
"Okay, vrachtwagenchauffeurs zijn geen nerds", zegt de barkeeper en geeft hem zijn biertje.
Terwijl hij rustig zit te drinken, komt er een slungelige knaap binnen. Plakband aan zijn bril, een pennenzak met wel twaalf verschillende pennen en potloden, en een broekriem die zeker 30 centimeter te lang is. Zonder een woord te zeggen grijpt de barkeeper een geweer en schiet de knaap dood. De chauffeur is compleet geschokt en roept:
"Waarom deed je dat nou?!"
De barman antwoordt:
"Oh, geen zorgen. Silicon Valley raakt overbevolkt met nerds en het jachtseizoen is nu open. Je hebt niet eens een vergunning nodig."
De chauffeur leegt zijn biertje en vertrekt weer met zijn wagen richting snelweg. Plotseling moet hij uitwijken om een ongeluk te voorkomen, maar de lading begint te schuiven. De achterdeuren barsten open en computers en onderdelen vliegen over de weg. Hij springt uit zijn wagen en ziet dat zich al een menigte begint te vormen. Iedereen probeert dozen en onderdelen te bemachtigen. Allemaal accountants, programmeurs en ontwikkelaars.
Hij kan ze niet zomaar zijn hele lading laten stelen. Dus, met in zijn achterhoofd hetgeen in de bar was gebeurd, pakt hij zijn geweer en begint in het rond te schieten, direct een paar jatters uitschakelend.
Een politiewagen komt voorbij en stopt. De agent springt uit de wagen en schreeuwt dat hij moet stoppen.
"Wat is er aan de hand? Het jachtseizoen voor nerds is toch open?"
"Ja, ja. Zeker", zegt de agent, "maar je mag geen aas gebruiken!"
Een ambitieuze programmeur besloot eindelijk maar eens een vakantie te nemen. Hij boekte een cruise en ging op weg. Onderweg stak er echter een orkaan op en het schip verging. Na een tijdje spoelde de man aan op het strand van een onbewoond eiland, er waren geen andere overlevenden en alles wat er te eten viel waren bananen en kokosnoten. Hij bracht z'n dagen door met bananen eten en kokosmelk drinken en de zee af te turen naar een teken van leven.
Maanden gingen voorbij zonder dat hij iets zag. Op een dag echter zag hij een klein bootje aankomen, het was een roeibootje met aan boord de prachtigste vrouw die hij ooit had gezien. Ze legde aan en liep naar hem toe. "Wat doe jij hier?", stamelde de man. "Oh", zei de vrouw,"ik ben aan de andere kant van het eiland aangespoeld. "Maar hое kom je dan aan die roeiboot?"
"Die heb ik zelf gemaakt: De roeispanen van bamboe en de boot zelf van het hout van de eucalyptusboom. De kieren heb ik dichtgemaakt met rubber uit de rubberboom."
"Maar dat alles zonder gereedschap of machines?" vroeg de programmeur. "Oh, maar dat was geen enkel probleem," zei de vrouw, "de rotsen bevatten een bepaald erts dat metaal bleek te bevatten als ik ze verhitte. Ik maakte gietmallen in de rotsen en zo kon ik gereedschap maken, en daarmee ook machines. Maar eh, heb jij hier iets te eten?"
"Alleen maar bananen,"zei de programmeur. "Laten we dan naar mijn huis gaan," antwoordde de vrouw.
En ze roeiden naar de andere kant van het eiland. Daar aangekomen legden ze aan aan een kade en de vrouw voerde de programmeur mee naar een prachtige bungalow.
De programmeur was met stomheid geslagen. "Het is niet veel, maar ja, je probeert er wat van te maken," zei de vrouw. Eenmaal binnen vroeg ze of hij iets wilde drinken. "Nee," zei hij, "ik heb genoeg aan die kokosmelk. "Maar ik heb ook bier," zei de vrouw, "eigengebrouwenweliswaar, maar het is wat. Ik ga me even omkleden. Als je wilt kun je even een dоuсhе nemen en je scheren." De man ging naar de badkamer en vond inderdaad een scheermes gemaakt van bot waaromheen twee schelpen waren gebonden, het werkte perfect. "Deze vrouw is fantastisch!", dacht de programmeur, "wat zou ze nog meer in petto hebben?"
Terug in de woonkamer vleide hij zich neer op de bank. De vrouw kwam binnen in een jurkje van zijde, ze kroop naast hem op de bank en begon op een manier die niet veel te raden overliet in z'n oor te fluisteren. "Weet je," zei ze, "we zijn hier nu allebei al een paar maanden, en ik weet zeker dat er iets is iets waar je al die tijd al op wacht, iets wat je al die maanden al gemist hebt..."
Ze keek hem diep in zijn ogen, hij kon niet geloven wat hij hoorde.
"Bedoel je," begon de programmeur,
"Bedoel je dat ik... dat ik vanaf hier m'n e-mail kan checken?"
Bill Gates komt bij Petrus, 'Nou, zegt Petrus je hebt best wel goed geleefd, en met jouw status, je mag wel de hemel in', 'ik zal het laten zien'
Petrus die brengt hem dus bij de hemel Prachtig allemaal, fluitende vogeltjes, heel veel eten mooie klassieke muziek.
'Mooi' zegt Bill Gates, maar ik wil toch de hеl nog even zien'.
Petrus brengt hem dus bij de hеl, twee hele grote zwarte deuren gaan open, hij ziet een h�le grote zaal, prachtige popmuziek, mooie vrouwen, eten in overvloed.
'De hemel was allemaal wel mooi en prachtig, maar mij iets te rustig, geef mij die hеl maar' zegt Bill Gates.
Weer gaan die twee grote deuren open.
Een grote zaal, bedorven eten, lelijke vrouwen, over troep op de grond, valse muziek.
Hij rent dus zo hard als hij kan naar de deuren en ziet dat een nog net op een kier staat.
'Petrus!, Petrus!' roept hij naar buiten, 'dit is helemaal niet de hеl die ik gezien heb'.
'Klopt', zegt Petrus 'maar dat wat je net zag, dat was de beta-versie!'
Een jonge man was mee op een cruise in de Caraïbische Zee. Het was er prachtig, het was de ervaring van zijn leven. Maar dat duurde niet lang. Plotseling stak er een wervelstorm op en het cruiseschip zonk vrijwel onmiddellijk.
De man spoelde aan op het strand van een eiland. Hij keek eens wat rond en zag bananen en kokosnoten, maar dat was het dan ook wel zo'n beetje. Er was verder niets te zien. Geen mensen, geen huizen, niets. Hij was wanhopig en verlaten, maar hij besloot er het beste van te maken. Dus de volgende vier maanden at hij bananen, dronk hij kokosnotensap en meestal keek hij naar de zee, hopend op een schip dat hem zou komen redden.
Op een dag zag hij dat er vanaf de hoek van het eiland een roeiboot kwam aanvaren. In de roeiboot zat de mooiste vrouw die hij ooit had gezien. Ze was lang, gebruind, en haar golvende blonde haar gaf haar een bijna hemels uiterlijk. Ze roeide haar boot naar hem toe. In ongeloof vroeg hij:
"Waar kom je vandaan? Ное kom je hier?"
Ze zei:
"Ik kom vanaf de andere kant van het eiland. Ik ben hier beland nadat mijn cruiseschip gezonken is."
"Verbazingwekkend", zei hij, "ik wist niet dat nog iemand anders het overleefd had. Met hoeveel zijn jullie? Je moet echt geluk gehad hebben dat er een roeiboot tegelijk met je is aangespoeld."
"Ik ben alleen", zei ze, "en verder is er niets of niemand aangespoeld."
"Nou", zei de man, "hое kwam je dan aan de roeiboot?"
"Ik maakte de roeiboot van materiaal dat ik op het eiland vond", antwoordde de vrouw. "De riemen zijn gemaakt uit boomtakken van de gomboom, de bodem heb ik gevlecht van palmtakken, en de zijden en de achtersteven komen van een eucalyptusboom."
"Maar, maar", vroeg de man, "hое zit het met de gereedschappen, hое heb je die gemaakt?"
"Oh, geen probleem", antwoordde de vrouw, "er is op dit eiland een zeer ongewone laag rots die zich aan de zuidkant van het eiland aan de oppervlakte bevindt. Ik ontdekte dat wanneer ik het verwarmde tot een bepaalde temperatuur, het smolt tot een smeedbaar, buigzaam ijzer. Dat gebruikte ik om de gereedschappen te maken. Maar genoeg hierover, waar woon je?"
De man moest bekennen dat hij geslapen had op het strand. "Nou, laten we dan naar mijn plekje roeien", zei ze. Dus gingen ze beiden in de roeiboot en gingen naar haar kant van het eiland. De vrouw roeide hen vlot naar een kade die naar de toegang leidde tot haar stekje. Ze bond de roeiboot vast met een mooi geweven touw van hennep. Ze liepen een stenen trap op en boven stond een prachtige blauw wit geschilderde bungalow.
"Het is niet veel", zei ze, "maar ik noem het toch mijn thuis. Wil je iets drinken?"
"Nee", zei de man, "nog een keer kokosnotensap en ik moet kotsen."
"Ik zal je geen kokosnotensap geven", antwoordde de vrouw. "Ik heb een branderij, wat vindt je van Pina Colada?"
Om zijn voortdurende verbazing te verbergen, stemde de man toe en gingen ze op haar bank zitten om wat te praten. Na een poosje en nadat ze hun verhalen hadden uitgewisseld, vroeg de vrouw:
"Vertel me eens, heb je altijd al een baard gehad?"
"Nee", antwoordde de man, "ik was heel mijn leven goed geschoren, zelfs op het cruiseschip."
"Nou, als je je zou willen scheren, er is een scheermes boven in het kastje in de badkamer." De man, die zich niet langer meer iets afvroeg, ging naar boven naar de badkamer. Daar in het kastje was een scheermes met een benen handvat, de snede was vastgezet met twee schelpen die aan het einde waren bevestigd aan een draaibaar mechanisme. De man schoor zich en nam een dоuсhе en ging terug naar beneden. "Je ziet er fantastisch uit", zei de vrouw, "we zijn hier allebei een lange tijd zonder gezelschap geweest. Je weet wat ik bedoel. Ben je eenzaam geweest, is er iets dat je echt мisт? Iets dat alle mannen en vrouwen nodig hebben. Iets waarvan je het leuk zou vinden om het nu te hebben?"
"Ja dat is er", antwoordde de man, wanneer hij dichter bij de vrouw ging zitten terwijl hij haar met een aantrekkelijke blik aankeek, "je bedoelt dat je nog geen manier gevonden hebt om een Internetverbinding te maken?"