Jantje heeft al wat ervaring met jagen en besluit 3 van zijn beste vrienden te vragen om mee te gaan. Jantje zal dan de ervaren jachtleider van het groep zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Ze duiken de bossen in. Na wat speurwerk zien ze een klein zwart hol.
Jantje beveelt:
"Allemaal op de grond, het is een konijnenhol."
Inderdaad, na enige tijd komt het konijn naar boven, waarna de jagers het konijn neerschieten.
Trot op hun prooi lopen ze verder en na een tijdje zien ze een groter hol.
Jantje beveelt weer:
"Allemaal op de grond, het is een vossenhol."
Na enige tijd wachten komt er inderdaad een vos uit het hol. Deze wordt zonder aarzeling door de jagers dood geschoten.
Ze gaan weer verder en zien dit maal een veel groter hol.
Jantje geeft de order:
"Iedereen op de grond, dit is een berenhol."
En weer heeft Jantje gelijk, de вееr komt uiteindelijk uit z'n hol en de jagers kunnen hem gemakkelijk neerschieten.
Jantje kan zijn geluk niet op, want iedereen is blij met Jantje en zijn georganiseerde jacht partij. Een paar minuten verder zien ze ditmaal een enorm grote hol.
Jantje:
"Ik weet niet wat er dit keer uitkomt, maar iedereen op de grond. We wachten ons geluk af."
Een dag later staat er in de krant:
"4 jagers zijn onder een trein gekomen. Op slаg dood."