Een Joodse priester zegt tegen een katholieke pastoor, dat hij het biechten maar niks vindt. De pastoor nodigd hem daarop uit in de kerk, om maar eens mee te kijken bij het biechten. Niemand zou het merken als de pastoor en de priester samen in een biechthokje zaten.
De dag daarop zitten dus, zoals afgesproken, de pastoor en de priester in een biechthokje. Dan komt er een man aan, en vraagt de pastoor wat hij heeft op te biechen
"Wel," zegt de man, "ik ben vreemd gegaan."
"Hoevaak?" vraagt de pastoor.
"3 keer," is het antwoord.
"Dan ga je bij het Maria beeld achterin de kerk staan, en doe je 3 wees-groetjes."
Later komt er nog een man, en weer vraagt de pastoor wat er is. De man zegt dat hij vreemd is gegaan.
"Hoevaak," vraagt de pastoor.
"3 keer," is weer het antwoord.
"Achterin de kerk bij het Maria beeld, daar ga je dan 3 wees-groetjes doen."
Op een gegeven moment zegt de pastoor tegen de priester, dat hij naar de wc moet. Hij vraagt dan of de priester het even wil overnemen.
Er komt dan nog een man aan, en de priester vraagt wat er is. Hij zegt dat hij vreemd is gegaan.
"Hoevaak?" vraagt de priester.
"1 keer."
"Nou", zegt de priester, "achter in de kerk bij het Maria beeld, daar ga je 3 wees-groetjes doen en dan mag je nog 2 keer!"
Een geheel naakte vrouw en zichtbaar dronken, springt in New York City in een taxi en gaat op de achterbank liggen. De taxi chauffeur, een oude joodse man, kijkt met grote verschrikte ogen naar de vrouw. Hij startte de taxi niet. De vrouw kijkt hem kwaad aan en vraagt:
"Wat mankeer jij, schat? Heb je nog nooit een blote vrouw gezien?"
De oude joods chauffeur antwoordt:
"Laat mij jou een ding vertellen vrouwtje, ik zat echt niet naar jou lichaam te staren, want zo zijn wij niet opgevoed."
De dronken vrouw begon te giechelen en vroeg:
"Als je dan niet naar mijn borsten en mijn kont zit te staren, wat doe je dan?"Hij pauzeerde een ogenblik."Welnu vrouwtje, ik kijk en ik kijk nog eens, en dan denk ik bij mezelf, waar zou zij in godsnaam haar geld hebben gelaten om deze taxirit te betalen?"
Een pastoor en een rabbijn staan met elkaar te praten. "Ik had laatst een visioen van de joodse hemel," zegt de pastoor. "En, hое was het er?" vraagt de rabbijn. "Man, het leek wel een vlooienmarkt. Overal troep, overal kabaal, overal schreeuwende en gebarende mensen. Dat was niet mooi meer...," zegt de pastoor.
"Grappig," zegt de rabbijn, "want ik had laatst een visioen van de christelijke hemel."
"Vertel eens," zegt de pastoor.
"Nou, heel anders,"
Zegt de rabbijn:
"Het was er oogverblindend mooi. Het staat daar vol met kathedralen van goud en zilver en edelstenen. Alles even proper en netjes en oases van rust ook...".
"En de mensen?" vraagt de pastoor.
"Mensen?", zegt de rabbijn, "mensen? Nee, die waren er niet."
Meneer Jansen vindt het weer eens tijd om te gaan biechten en gaat naar de pastoor van het dorp. Hij neemt plaats in het hokje en ze beginnen. "Nou meneer Jansen, wat heeft u op te biechten?" vraagt de pastoor. "Nou, ik heb 3 zonden op te biechten pastoor", vertelt hij. "Wel vader, mijn eerste is dat ik in de oorlog onderdak heb gegeven aan een joods meisje, op de zolder wel te verstaan."
"Maar zoon, daar is toch niks mis mee. Daar moet je juist voor worden geprezen", zegt de pastoor. "Maar goed ga verder."
"Nou, mijn tweede is dat in ruil voor onderdak zij mij genot heeft gegeven. Elke dag één keer en in het weekeinde twee keer."
"Ach ja, gezien de situatie is dat toch ook niet zo erg en trouwens, je was rond de 18 en ik kan mij voorstellen dat je toendertijd nieuwsgierig was en als zij het ook goed vond dan is er niks aan de hand", aldus de pastoor. "Maar zoon, je vertelde dat je 3 zonden had op te biechten, dus wat is je derde?"
"Nou vader, ik heb haar nog steeds niet verteld dat de oorlog al is afgelopen."