Mannen en vrouwen moppen, Moppen in de categorie Mannen en vrouwen
Een Marokkaan staat in Amsterdam stil bij een rood licht als hij van achter wordt aangereden door een Amsterdammer. Kwaad stapt de Marokkaan uit en roept :
“Vuile racistische Amsterdammer, je веnт express tegen mijn auto gereden, omdat je niet van Marokkanen houdt!”
De Amsterdammer, die ondertussen zijn raampje open heeft gedraaid zegt:
“Kalm blijven, kalm blijven, da’s niet waar, t ging per ongeluk…”
De Marokkaan onderbreekt hem en zegt :
“Niet waar, je веnт een racist.”
De Amsterdammer zegt:
“Als je nou niet rustig blijft, haal ik de politie erbij…”
Op dat moment komt er een auto van de Amsterdamse politie aangereden, de agenten stappen uit en vragen wat er gebeurd is, waarop de Marokkaan direct begint te roepen:
“Die racist is achter tegen mij opgereden! Het zijn hier allemaal racisten! Een agent onderbreekt hem en zegt met harde toon:
“KALM BLIJVEN, hier zijn geen racisten, wij zijn niet tegen jullie. Hier is een ongeluk gebeurd en dat gaan we beschaafd oplossen.”
De agent ziet dat de Marokkaan kalmeert, slaat een arm om hem heen en vraagt:
“Zeg nou eens eerlijk, waarom ben je achteruit gereden?”
Midden in de nacht drong een inbreker een huis binnen.
Hij liet zijn zaklantaarn door de huiskamer schijnen, op zoek naar kostbaarheden.
Toen hoorde hij een stem in het donker, die zei:
“Jezus weet dat je er веnт !”
De inbreker kreeg zowat een hart verzakking, knipte zijn zaklantaarn uit en bleef stokstijf staan.
Toen hij na een tijdje niets meer hoorde, schudde hij zijn hoofd en ging verder met zijn “werk”.
Maar nèt toen hij de dvd-speler naar zich toe trok, zodat hij de bedrading los zou kunnen maken, hoorde hij, luid en duidelijk:
“Jezus kijkt naar je !”
Helemaal overstuur scheen hij met zijn lantaarn om zich heen, op zoek naar de plek waar de stem vandaan kwam.
Uiteindelijk kwam de lichtbundel van zijn zaklamp in een hoek van de kamer tot stilstand, gericht op een papegaai.
“Was jij dat, die tegen me praatte ?”, siste de dief tegen de papegaai.
“Yes”, bekende de papegaai en krijste verder:
“Ik wil je alleen maar waarschuwen dat hij naar je kijkt”.
De inbreker ontspande zich weer een beetje:
“Me waarschuwen, hè?
En wie ben jij dan wel ??”
“Mozes”, antwoordde de vogel.
“Mozes ?”, lachte de inbreker, “wie noemt een vogel nu Mozes ?”
“Hihi”, lachte de papegaai, “mensen die een Rottweiler Jezus noemen !”.