Francky is een sloeber die nooit in zijn leven een schuld heeft afgelost. Omdat hij wéér in geldnood zit, besluit hij bij een welgestelde maar gierige baron in het dorp aan te kloppen. De baron is de tegenpool van Francky; nooit heeft hij één cent verloren. De baron kent Francky’s reputatie en gaat daarom alleen akkoord met de lening mits de voorwaarde wordt nageleefd dat hij z’n geld na een week met 10% rente terugkrijgt. De weken verstrijken en het was te voorspellen: de baron heeft zijn geld nog steeds niet terug. Telkens weer weet Francky aan hem te ontkomen. Tot Francky op een dag het dorpscafé binnenloopt waar de baron zit.
De uitbater heeft de baron net een biertje voor zijn neus geschoven als hij zich omdraait en recht in de ogen kijkt van zijn schuldenaar. Omdat Francky geen uitweg ziet uit dit lastige parket, besluit hij een pistool te trekken. Hij richt deze op zijn eigen slaap en zegt:
“Ik kan dan wel naar de hеl gaan, maar deze schuld zal ik nooit aflossen!”, waarop hij de trekker overhaalt en morsdood neervalt. De principiële baron besluit het hier niet bij te laten zitten, pakt de revolver van de grond, richt deze op zijn eigen slaap en zegt:
“ik zal mijn centen terugkrijgen, al zal ik hiervoor naar de hеl moeten!”, waarop ook hij de trekker overhaalt en dood neervalt. De uitbater, die het hele tafereel met ongeloof heeft aanschouwd, pakt vlug het pistool van de grond, en wat denk je? Ook hij richt het op zijn slaap en zegt:
“Ik moet zien hое dit afloopt!”

Ferdinand Porsche, beroemd ontwerper van auto’s, is overleden in 1951. Dat is te vinden op Wikipedia. Maar wat er niet bij stond, is dat hij vlak na zijn overlijden een gesprekje met God gehad heeft. Dit is hое het ging.
Ferdinand Porsche overlijdt en komt aan bij de hemelpoort.
Petrus komt hem tegemoet en zegt: ‘Beste meneer Porsche, welkom! Vanwege uw grote verdienste voor de mensheid mag u een wens doen’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, ik zou wel eens met God willen babbelen’.
Petrus had dat al verwacht. De meesten vragen dat, voor zover ze geen schunnige wensen hebben.
Hij brengt Porsche naar het kantoor van God en trekt zich terug.
God verwelkomt hem hartelijk. Porsche groet beleefd en valt vervolgens met de deur in huis.
Hij vraagt: ‘Beste God, ik zou het met u willen hebben over uw ontwerp “de vrouw”. Met alle respect, maar ik vraag me af waar U met uw hoofd zat toen u haar uitvond.’
God kijkt betrapt, maar herstelt zich snel. Hij reageert schijnbaar verbaasd: ‘Ное bedoel je?’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, God, je ontwerp zit vol fouten. Ik som er enkele op.
De voorkant is absoluut niet aerodynamisch.
Het maakt veel te veel lawaai.
De onderhoudskosten liggen zeer hoog.
Het is een kleine week in de maand onbruikbaar.
De achterkant is meestal te zwaar en hangt te los.
Het moet voortdurend opnieuw geverfd en bijgewerkt worden.
De uitlaat zit veel te dicht bij de inlaat.
En vooral: de koplampen zijn vaak te klein en gaan na verloop van tijd naar beneden wijzen.
God denkt even na, en antwoordt dan: ‘Meneer Porsche, je hebt waarschijnlijk gelijk. Ik moet toegeven dat ik ook lichtjes dronken was toen ik de vrouw ontwierp. Maar toch is ze een succes te noemen. Volgens de statistieken rijden er namelijk veel meer mannen met mijn uitvinding dan met de jouwe.’