Bekende Personen moppen, Celebrities moppen, Moppen over Bekende Personen, Sterren moppen
Einstein gaat dood en komt in de hemel terecht. Plots staat hij voor een engel die hem vraagt:
"En wie ben jij?"
Einstein zegt:
"Awel, ik ben Einstein!"
"Serieus?", antwoordde de engel, "bewijs het dan maar eens!"
"Uhm oke"
, zei Einstein. Hij liet zijn formule's en bewerkingen zien, waarop de engel:
"Oke, je веnт echt Einstein. Loop maar door en veel plezier!"
Wat later kwam Picasso in de hemel terecht bij dezelfede engel. De engel vroeg:
"En wie ben jij?"
Waarop Picasso:
"Awel, ik ben Picasso."
"Ooh ja, bewijs maar dat je Picasso веnт", zei de engel. "No problemo", zei Picasso en hij verfde iets heel moois. "Oke" zei de engel, "je hebt bewezen dat je Picasso веnт. Je mag doorlopen."
Weer wat later kwam Bush in de hemel en ook hij botst op diezelfde engel. De engel vroeg:
"Awel, en wie ben jij?" Waarop Bush: Awel, ik Bush, former president of the United States!".
"Ooh ja, bewijs maar dat je Bush веnт, want Einstein en Picasso hebben het zonet al bewezen!"
Bush:
"Serieus? En wie zijn die Einstein en Picasso dan"?
Waarop de engel:
"Ok je hebt het zonet bewezen!!"
Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde:
"Ik lus er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze."
"Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen."
"Geen punt!"
Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen:
"Ik had graag nog wat slakken."
"Ja", zei die slakkenboer, "ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb."
"Dat geeft niet", zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z'n allen wat te gaan drinken. "Néé jongens!" Na wat zeuren ... nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. "Jongens ik moet naar huis,"
Zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend:
"... Allee jongens, nóg tien centimeter .... dan zijn we thuis!"