Mozes heeft zojuist de tien geboden ontvangen van God. Met de stenen tafels onder zijn arm daalt hij de berg Sina af, maar in plaats van naar het oosten te lopen, vergist hij zich en loopt naar het westen. Uiteindelijk belandt Mozes in Spanje. Hij ziet er een mannetje op het land werken, loopt naar de Spanjaard toe en vraagt:
"Voelen jullie wat voor een gebod?"
"Een gebod?" vraagt de Spanjaard, "Wat is dat?"
"Nou", zegt Mozes, "Bijvoorbeeld: Gij zult de vrouw van uw naaste niet begeren."
"Hier in Spanje?"
Vraagt de Spanjaard:
"Dat heeft toch geen zin! Ik hou het met de buurvrouw, mijn vriend doet het met zijn buurvrouw, mijn zwager houdt het met mijn vrouw en ga zo maar door. Dat is nu eenmaal het Spaanse temperament."
Mozes trekt verder. Dan komt hij in Italië aan. Hij ziet er een mannetje op het land werken, gaat naar de Italiaan en vraagt:
"Voelen jullie wat voor een gebod?"
"Een gebod?" vraagt de Italiaan, "Wat is dat?"
"Nou", zegt Mozes, "Bijvoorbeeld: Gij zult niet stelen."
"Hier in Italië."
Vraagt de Italiaan:
"Dat heeft toch geen enkele zin? Iedereen steelt hier toch alles wat los en vast zit! Zo zijn de Italianen. Daar helpt geen gebod aan."
Mozes trekt maar weer verder tot hij in Israël aankomt. Daar vraagt hij aan een mannetje die op het land werkt:
"Voelen jullie misschien wat voor een gebod?"
"Wat kost dat?" vraagt het mannetje. "Helemaal niets"
, zegt Mozes. Zegt het mannetje:
"Doe ons d'r dan maar een stuk of tien."
Iedereen die een hond heeft noemt hem "Rakker" of "Pluto". Die van mij noem ik "Sекs". Nu bracht Sекs mij nogal vrij regelmatig in verlegenheid. Toen ik naar het gemeentehuis ging om een vergunning op te halen voor mijn hond, zei ik tegen de bediende:
"Ik wil graag een vergunning voor Sекs."
Hij zei:
"Ik zou er ook wel een willen hebben."
Toen zei ik:
"Maar het is een hond!"
Hij zei dat het niet uitmaakte hое ze er uitzag. Toen zei ik:
"Maar je begrijpt het niet. Ik heb Sекs sinds mijn negende jaar." Hij zei dat ik toen toch al wel een vrij grote jongen moest zijn geweest.
Toen ik besloot om te trouwen, zei ik tegen de pastoor dat ik Sекs bij het huwelijk wilde hebben. Hij vroeg me om toch te wachten tot na de mis. Ik zei dat Sекs een belangrijke plaats in mijn leven innam. Mijn hele leven draaide tot nu toe om Sекs. Hij zei dat hij geen woord meer wou horen en dat wij in zijn kerk niet konden trouwen. Ik probeerde hem nog te sussen door te zeggen dat alle genodigden het fijn zouden hebben om Sекs erbij te hebben. Daags nadien trouwden we enkel voor de wet. Mijn familie is in de ban van de kerk geslagen.
De hond ging ook mee op huwelijksreis. Ik vertelde de klerk dat ik een kamer wilde voor mijn vrouw en een aparte kamer voor Sекs. Hij zei dat elke kamer in het hotel voor sекs was. Ik zei:
"U begrijpt het niet. Sекs houdt me 's nachts wakker!"
De klerk zei, "Mij ook!"
Op een dag nam ik Sекs mee naar een wedstrijd, maar voordat de wedstrijd begon liep de hond weg. Een andere deelnemer vroeg waarom ik liep te zoeken. Ik vertelde hem dat ik Sекs wilde laten meedoen aan de wedstrijd. Hij vertelde me dat ik mijn kansen verspeeld had. "Maar je begrijpt het niet", zei ik, "Ik hoopte Sекs op TV te krijgen." Hij noemde me een opschepper.
Toen mijn vrouw en ik gingen scheiden, gingen we naar de rechtbank om de verzorging voor de hond uit te vechten. Ik zei:
"Uwe edelachtbare, ik had Sекs voordat ik getrouwd was."
De rechter zei:
"Ik ook."
Toen vertelde ik hem, dat nadat ik getrouwd was Sекs me verlaten had. Hij zei:
"Mij ook."
Gisteravond liep Sекs weer weg. Ik heb uren in de stad naar hem lopen zoeken. Een politie-agent kwam naar me toe en vroeg:
"Wat doet u om 4.00 's morgens op straat?"
Ik zei:
"Ik zoek Sекs."
Mijn zaak komt vrijdag voor.
Je begrijpt, ik ben ondertussen gehuwd, gescheiden, opgesloten geweest en wat weet ik meer door die hond. Tenslotte ging ik te rade bij een psychiater. "Wat is je probleem?" vroeg hij. "Sекs is dood" antwoordde ik. "Het is alsof je je beste vriend verliest," vervolgde ik. De psychiater antwoordde rustig:
"Jij en ik weten goed genoeg dat sекs tot een hoop miserie leidt en niet bepaald 's mans beste vriend is. Koop liever een hond!" Ik ben een gebroken man.....
Een boer loopt op een ochtend naar zijn weilanden. Op een gegeven moment komt die boer de Pastoor tegen en al pratend lopen ze samen verder. En die boer loopt alsmaar op te scheppen over zijn kwaliteiten als boer. Als ze bij het eerste weiland zijn aangekomen zegt die boer:
"Moet je dit weiland van mij eens zien. Mooi groen gras, goed vlak gemaakt, dat heb ik toch maar effe goed gedaan!"
Waarop die Pastoor zegt:
"Met Gods hulp h? "Ja ja, met Gods hulp."
Zegt de boer met tegenzin. Als ze bij het tweede weiland van die boer zijn aangekomen zegt die boer prompt van:
"Dit weiland is ook van mij, kijk, geen onkruid, geen kuilen, dat heb ik toch maar even weer goed gedaan h? Waarop de Pastoor weer antwoordt:
"Maar met Gods hulp h? "Ja ja, ook met Gods hulp hооr"
, zegt die boer. Bij het derde weiland van die boer zegt die Pastoor:
"Is dit weiland ook van u?"
"Ja." zegt de boer. "Nou” zegt die Pastoor dit ziet er niet zo mooi uit met al dat onkruid en stenen en zo.".
"Tja," zegt de boer, "dat heeft 'ie alleen gedaan."
Een donut loopt een kerk binnen, benadert de priester en legt uit: ‘Neem me niet kwalijk, Vader, het is niet mijn bedoeling om u lastig te vallen, maar ik ben erg geïnteresseerd om me bij de geestelijkheid aan te sluiten. Ik hoopte dat je me wat tips kon geven.'
De priester, nadat hij even de tijd heeft genomen om te accepteren dat hij met een gebakje spreekt, glimlacht als antwoord.
“Dat is werkelijk een nobele roeping”, zegt hij. “Meestal beginnen individuen die priester willen worden door actief te worden in hun parochie en vervolgens naar een seminarie te gaan. Terwijl zij daar aanwezig zijn, doen zogenaamde geestelijken hun uiterste best om in elk opzicht uit te blinken, waarbij zij hun geloofsovertuigingen opnieuw bevestigen en zich wijden aan het pad van gerechtigheid. Als de tijd daar is, zal een bepaalde ingewijde tot diaken worden gewijd, waardoor hij of zij doorgang kan vinden naar het priesterschap.”
“Dat klinkt als een heel ingewikkeld proces”, bekent de donut. ‘Ik weet niet zeker of ik er tijd voor heb.’
“Als je het niet erg vindt dat ik het vraag...” antwoordt de priester. ‘Waarom dacht je dat je je bij de geestelijkheid wilde aansluiten als je niet bereid веnт je aan het proces te binden? Waarom wil je überhaupt priester worden?”
“Nou...” antwoordt de donut. ‘Kijk, ik heb echt een gat hier vanbinnen...’
Zuster Maria, die voor Thuiszorg werkt, was haar ronde aan het doen om aan huis gebonden patiënten te bezoeken, toen haar benzine opraakte. Het gelukkige toeval wilde, dat er een Texaco benzinestation een huizenblok verder was. Ze liep erheen om een benzineblik te lenen en wat benzine te kopen.
De bediende vertelde haar dat het enige benzineblik dat hij had, uitgeleend was, maar ze mocht wachten tot het teruggebracht werd. Daar Zuster Maria onderweg was naar een patiënt, besloot ze niet te wachten en liep terug naar haar auto. Ze zocht of er iets in de auto lag dat ze met benzine kon vullen en liet haar oog vallen op de pispot die zij naar de patiënt moest brengen. Altijd vindingrijk, droeg Zuster Maria de pispot naar het benzinestation, vulde hem met benzine, en droeg de volle рот terug naar de auto. Terwijl zij de benzine in haar tank goot, keken twee moslims van de overkant van de straat toe. Een van hen wendde zich tot de ander en zei:
"Als ie start, word ik katholiek!"
De heilige Johannes is samen met twee andere aan het golven. Hij heeft de afgelopen 2000 jaar flink geoefend en is dus in een goede vorm. Hij slaat de bal, een pracht van een slаg, in drie slagen heeft hij de bal in de hole gespeeld.
"Heel goed, heel goed" zegt Jezus, een van de andere twee andere golfers. "Nu ik."
Hij slaat de bal.. pats, met een flinke plons komt hij in de vijver terecht. Maar de bal blijft drijven en Jezus loopt zo over het water naar de bal en slaat hem in de hole.
"Zoho! Twee slagen maar!" zegt de derde persoon. "Nu ik".
Hij haalt uit en slaat de bal super hart. De bal vliegt de lucht in tegen een vliegtuig aan ketst en dan via een boom, over de weg bij een huis naar binnen, door de regenpijp weer naar buiten, tegen een auto en plop bij een kikker in zijn век. De kikker word opgegeten door een ooievaar die op zijn beurt het balletje weer uit spuugt, in het hole.
Dan zegt Johannes tegen Jezus:
"Kijk daar heb ik nou zo een hekel aan, als jou vader mee speelt!"