Een stel gaat met hun 35-jarig huwelijksjubileum terug naar het hotel waar ze ook de eerste nacht van hun huwelijk hebben doorgebracht. Als ze op een gegeven moment wat zitten te eten op een romantisch plaatsje onder het raam, in het restaurant, zegt de vrouw:
“Weet je nog, dat we 35 jaar geleden hier de kleren van elkaars lijf rukten?”
De man denkt wat na, graaft diep in zijn geheugen. “Ja,” zegt hij, “dat weet ik nog wel.” De vrouw haalt haar ogen wat op, alsof ze hem wil verleiden en vraagt:
“Zullen we?”
Heel even twijfelt de man nog, maar hij geeft toch toe. Wanneer het stel elkaar zo heeft uitgekleed roept de vrouw, terwijl ze over haar borsten wrijft:
“Oeh, ze worden wel zo heet!
Ze worden wel zo heet! Dat was toen ook al!” Die vent kijkt haar eens goed aan en zegt dan:
“Ja, maar toen was het van de geilheid en nu omdat ze in de soep hangen.”
Twee vrouwen die op stap gingen, kwamen 's avonds twee mannen tegen. Een van die mannen was lilliputter. Van het een komt het ander en zodoende gingen ze naar een hotel. Een vrouw ging met de man in een kamer en de andere vrouw met de lilliputter.
De man was zo stomdronken dat hij niks klaarmaakte en zelfs in slaap viel. De vrouw die nog wel wakker was, ging naar het toilet. Onderweg luisterde ze aan de deur van de kamer van haar vriendin. In de kamer hoorde ze telkens:
"1, 2, hop. 1, 2, hop."
"Die heeft het naar haar zin", dacht ze.
De volgende dag aan het ontbijt vroegen ze aan elkaar hое de nacht was. De ene vrouw:
"Nou, het was niks eigenlijk, hij is gelijk in slaap gevallen. En heb jij genoten?"
"Nee, hij kwam het bed niet op."
Twee gekken zitten al jaren opgesloten en hebben intensief therapie gekregen. Uiteindelijk worden ze ontslagen uit het gekkenhuis. Het is echter nogal laat op de avond als ze buiten komen en ze halen het niet meer met de trein tot thuis. Ze besluiten dan maar in een hotel een kamer te nemen voor de nacht. De ene gek trekt zijn pyjama aan en poetst zijn tanden, maar als hij terug
Komt in de slaapkamer, ziet hij zijn maat op het nachtkastje zitten, terwijl die zegt:
"Ik ben de nachtlamp."
Wat de zot ook tegen zijn vriend zegt, deze houdt vol:
"Ik ben de nachtlamp."
Potverdikke, ik moet naar het gesticht bellen voor hulp, denkt de gek, want mijn maat is duidelijk nog steeds getikt. Hij belt en de dokter zegt:
"Wees gerust, we komen hem dadelijk halen."
"Ja maar hee", zegt de gek, "dat kan toch wachten tot morgen, want ik zit hier anders wel de hele nacht zonder licht hee!"
In de dierentuin loopt een man. Als hij bij de gorilla komt, hangt er een bordje "aantikken met eigen risico." Voor de grap tikt hij de gorilla aan. Deze buigt de tralies door en rent achter de man aan. De man pakt zijn motor en crosst er vandoor. Maar de gorilla blijft achter hem aanrennen. Als hij bij de rivier is, neemt hij de pont en denkt:
"He he, nu kan hij niet meer achter mij aankomen. Maar de gorilla zwemt de overkant over. Als hij aan de overkant is, rent hij zo snel mogelijk naar Schiphol en koopt een ticket naar Ibiza. Als hij daar aankomt heeft hij eindelijk rust. Twee weken later, als hij rustig op zijn hotelkamer zit, komt de
Gorilla hijgend aanzetten. "Oh, nee" denkt de man, "mijn laatste uurtje heeft geslagen." Dan komt het massale beest naar hem toe, tikt hem aan en zegt:
"Tikkie, jij веnт hem!!"