Jack ging met z'n vriend Bob skiën. Ze namen Jack's busje en reden noordwaarts. Nadat ze enkele uren gereden hadden kwamen ze in een verschrikkelijke sneeuwstorm terecht, dus stopten ze bij een nabij gelegen boerderij en vroegen de jonge aantrekkelijke dame die de deur opende of ze konden overnachten.
"Ik ben me ervan bewust dat het buiten slecht weer is, maar ik ben onlangs weduwe geworden", zei ze. "Ik ben ваng dat de buren zullen praten als ik jullie in mijn huis laat overnachten."
"Wees gerust", zei Jack. "We zijn blij genoeg om in de schuur te mogen slapen. En als het weer verbetert zullen we bij dageraad vertrekken."
De dame stemde in en de twee mannen gingen naar de schuur waar ze de nacht doorbrachten. De volgende ochtend was het weer opgeklaard en ze gingen verder op weg. Ze genoten van een fantastisch skiweekend. Maar 9 maanden later kreeg Jack onverwacht een brief van een advocaat. Het duurde enkele minuten voor hij het begreep, dat het van de advocaat van de aantrekkelijke dame was, die hij tijdens het skiweekend ontmoet had. Hij ging bij zijn vriend Bob langs en vroeg:
"Bob, herinner je je aan die knappe weduwe van die boerderij waar we 9 maanden geleden tijdens ons skiweekend verbleven?"
"Ja", antwoordde Bob. "Euh, ben je die nacht toevallig opgestaan en naar het huis gegaan om haar te bezoeken?"
"Wel, euh, ja", zei Bob een beetje verlegen dat hij betrapt was. "Ik moet toegeven dat ik dat gedaan heb."
"En heb je mijn naam in plaats van je eigen naam gebruikt?"
Bob's gezicht werd vuurrood en hij zei:
"Tja, kijk, het spijt me, vriend. Ik ben ваng van wel. Waarom vraag je dat?"
"Ze is net gestorven en heeft me alles nagelaten."
Op een dag verhuist de kleine Didier naar de buiten en koopt bij een oude boer een еzеl voor 100 EUR.
De boer moet de еzеl de dag erop bij Didier thuis brengen, maar die bewuste voormiddag ....
- "Sorry jongen, maar ik heb slecht nieuws : mijn еzеl lag deze ochtend dood toen ik hem wilde voederen."
- "Wel dan, geef me gewoon mijn 100 EUR terug."
- "Maar dat kan ik niet. Ik heb alles al uitgegeven ..."
- "Wel goed dan, breng me dan toch die еzеl maar."
- "En wat ga je er wel mee doen, dan ?"
- "Wel, ik ga hem als prijs verloten in een tombola."
- "Maar je кunт toch geen dode еzеl verloten !"
- "Zeker weten van w?!! Ik zal gewoon aan niemand zeggen dat ie dood is."
Daarop bedenkt de boer dat het eigenlijk zijn probleem niet is, en vindt dat hij het voorstel van de jongen niet moet afkeuren.
En hij levert dus de dode еzеl af bij de kleine Didier.
E?maand later loopt de boer nog eens bij de kleine Didier langs :
- "En, jongen, hое is het nu met mijn dode еzеl afgelopen ?"
- "Wel, zoals ik je al zei : ik heb hem verloot. Ik heb in het totaal 500 tombolabiljetten van 2 EUR/stuk verkocht, en uiteindelijk een winst behaald van 898 EUR !"
- "En is er dan niemand geweest die geprotesteerd heeft ?"
- "Alleen maar de winnaar. Maar ik heb hem onmiddellijk zijn 2 EUR teruggegeven, en klaar was kees !"
Een vrachtwagenchauffeur moet een vracht van 1000 kippen ophalen. Bij de boerderij aangekomen, zijn er maar 999 kippen aanwezig. Om geen gezeur te krijgen doet de boer er een papegaai bij, om toch aan 1000 te komen. De chauffeur gaat weer verder met zijn vracht en ziet onderweg een niet onaantrekkelijke vrouw, die staat te liften. Hij stopt en zij gaat mee. De chauffeur kijkt zo naar het meisje en het begint bij hem wat te kriebelen en zegt tegen haar, dat voor niets de zon opgaat en of er misschien wat te wippen viel. Het meisje weigert en de chauffer gooit haar uit de wagen. De chauffeur vervolgt z’n weg en enige tijd later ziet hij in zijn spiegel een agent met zwaailicht achter hem aan komen. Hij denkt dat het meisje de politie heeft gewaarschuwd en ja hооr, hij moet stoppen. “Meneer”, zegt de agent, “heeft u niet door dat u uw lading aan het verliezen веnт, er liggen allemaal kippen op de weg.” De chauffeur stapt uit loopt naar de achterkant van de vrachtwagen, doet de deur open, en dan horen ze nog net die papegaai zeggen:
“Valt er nog wat te wippen? Nee, dan eruit.”
Een boer ging naar Amsterdam en wilde een kaartje voor de film kopen.
Bij de kassa vroeg de juffrouw:
“Meneer, wat heeft U op uw schouder?”
De boer antwoordde:
“Dat is mijn haan Kobus. Waar ik ga, gaat hij!”
“Het spijt me Meneer, maar er mogen geen dieren in de bioscoop, zelfs geen haan”.
De boer ging weg en op de hoek van de straat stopte hij de haan in zijn broek.
Vervolgens ging hij terug naar de kassa, kocht een kaartje en ging de bioscoop in.
Hij ging naast twee Amsterdamse verpleegsters, Annie en Joke, zitten.
De film begon en de haan begon een beetje te woelen.
De boer ritste zijn gulp open, zodat Kobus zijn кор eruit kon steken en de film ook kon zien.
“Joke?” fluisterde Annie.
“Wat is er?” vroeg Joke.
“Ik denk dat die man naast me een viezerik is”.
“Waarom denk je dat?” vroeg Joke verbaasd.
“Hij ritste zijn gulp open en zijn ding steekt eruit” fluisterde Annie.
“Nou ik zou me er geen zorg over maken”, antwoordde Joke,
“Er is weinig dat wij Amsterdamse verpleegsters nog niet hebben gezien”
“Ja, dat mag dan wel waar zijn” zei Annie, “maar deze vreet mijn popcorn op!”