Moppen over Werk, Moppen over Beroep, Carriere moppen, Beroepen, Werkmensen, Werknemers, Werkgevers
Bij een bedrijf is er een vacature voor de functie van boekhouder.
De eerste sollicitant komt langs. Er wordt aan hem gevraagd:
“Als Boekhouder moet je goed kunnen tellen. Кunт u van 1 tot 10 tellen?”
“Ja hооr, antwoordt de sollicitant. 10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,0”
“Dat is heel goed, maar кunт u ook van voor naar achteren tellen?”.
“Nee”, antwoord de sollicitant, “Dat kan ik niet omdat ik altijd archivaris ben geweest en gewend ben om van achter naar voor te tellen”.
Hij werd niet aangenomen.
De tweede sollicitant komt langs, en aan hem wordt hetzelfde gevraagd. “Ja hооr, dat kan ik wel. 2,4,6,8,10,9,7,5,3,1”.
“Maar кunт u ook gewoon van voor naar achteren tellen?”.
“Nee, zegt hij, ik ben altijd postbode geweest en kan alleen maar de huisnummers tellen waar ik de brieven altijd gebracht heb”.
Hij werd evenmin aangenomen.
Ook aan de derde sollicitant wordt gevraagd of hij van 1 tot 10 kan tellen.
“Jazeker, antwoord deze, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10”.
“Dat is heel erg goed. Welke functie had u hiervoor?”.
De sollicitant antwoordt:
“Ik ben ambtenaar geweest”.
“Dat is heel mooi, en кunт u ook verder tellen?”.
“Ja hооr, dat kan ik. Boer, vrouw, koning, aas”.
Een vrachtwagenchauffeur moet een vracht van 1000 kippen ophalen. Bij de boerderij aangekomen, zijn er maar 999 kippen aanwezig. Om geen gezeur te krijgen doet de boer er een papegaai bij, om toch aan 1000 te komen. De chauffeur gaat weer verder met zijn vracht en ziet onderweg een niet onaantrekkelijke vrouw, die staat te liften. Hij stopt en zij gaat mee. De chauffeur kijkt zo naar het meisje en het begint bij hem wat te kriebelen en zegt tegen haar, dat voor niets de zon opgaat en of er misschien wat te wippen viel. Het meisje weigert en de chauffer gooit haar uit de wagen. De chauffeur vervolgt z’n weg en enige tijd later ziet hij in zijn spiegel een agent met zwaailicht achter hem aan komen. Hij denkt dat het meisje de politie heeft gewaarschuwd en ja hооr, hij moet stoppen. “Meneer”, zegt de agent, “heeft u niet door dat u uw lading aan het verliezen веnт, er liggen allemaal kippen op de weg.” De chauffeur stapt uit loopt naar de achterkant van de vrachtwagen, doet de deur open, en dan horen ze nog net die papegaai zeggen:
“Valt er nog wat te wippen? Nee, dan eruit.”
Twee Belgische bouwvakkers zijn op een bouwplaats bezig waar een kantorentoren zal verrijzen. Op een gegeven moment moet die ene hoog nodig рissеn. "Amai Sjefke, ik moet zo nodig pinkelen."
"Maar dat gaat toch niet Franske. Ge кunт nog niet naar beneden staan pinkelen. Nou vooruit dan maar, ga de gij maar aan het eind van dienen balk staan daar."
"Maar dan val ik zo naar beneden."
"Wacht dan ga ik wel aan den andere einde van dienen balk staan."
Zo gezegd, zo gedaan. De eerste bouwvakker staat lekker te pinkelen en die ander houdt de balk tegen. Dan gaat ineens de pauzefluit en, u raadt het al, de bouwvakker die de balk tegenhield loopt weg met alle gevolgen vandien. Enige weken later zitten een Nederlander, een Fransman en een Belg in een café niet ver van deze bouwput op te scheppen over het direkt naar een vrouw toegaan. De Nederlander zegt:
"Wij vragen een vrouw gewoon eerst een avondje mee uit."
"Ach," zegt die Frаnsооs, "wij doen het nog direkter. Diner bij kaarslicht en een open haard doen wonderen" Waarop de Belg hard begint te lachen. "Amai, wat een omweg zeg. Ik liep laatst in dezen zelfde straat en daar komt zo enen bouwvakker naar beneden met zijnen piemel al uit den broek bungelend, roepend; Kuuuuuuuuuuttttttttttttttttttttttttt!"