Opgave
Je rijdt in een auto, met constante snelheid, met aan je rechterhand een afgrond.
Links van je rijdt een brandweerwagen, met dezelfde constante snelheid, waarvan het lijkt alsof hij je wil inhalen.
Voor je rent een varken, nog groter dan jouw auto, ook met dezelfde constante snelheid.
Vlak achter je vliegt een helicopter, vlak boven de grond, ook weer met dezelfde constante snelheid.
De vraag: hое kun je stoppen, zonder dat er ongelukken gebeuren?
Je wacht tot de draaimolen stopt, want dat is waar je opzit.
Een Surinamer en een Antilliaan wonen al een tijdje in Nederland. De Surinamer is bewaker en de Antilliaan parkeerwachter. Op een dag parkeert de Surinamer in de zone van de Antilliaan, hij koopt een parkeerkaartje en plaatst die achter het raam. Op het kaartje staat 16.00 uur. Om 16.05 komt de Surinamer aan, en ja hооr vier wielklemmen, om elk wiel een. Hij ziet de Antilliaan en zegt:
"Ey swa, waarom heb je mij geklemd?"
Zegt de Antilliaan:
"Je веnт te laat."
"Ja, ok, maar waarom klem je dan alle vier mijn wielen en niet eentje?"
Zegt de Antilliaan spottend:
"Jaaaah, ik weet jij denkt deze swa is dom!! Maar nee, ik ben heus niet dom, want deze swa heeft op jouw auto gezien four wheel drive, dus daarom!"