Moppen: Hemel - Hel, St-Pieter
Fons, Piet en Phil overlijden helaas op dezelfde dag. Ze gaan met z’n drieën naar de hemelpoort en komen daar Petrus tegen.
Petrus zegt:
“Jongens, ik heb een treurige mededeling. Vandaag kan ik nog maar 1 van jullie toelaten, want we zitten met een overcapaciteit. Daarom gaan we het als volgt doen. De trap naar de hemelpoort heeft een renovatiebeurt nodig. Wie van jullie het beste plan kan verwezenlijken mag als enige de hemel betreden.”
De drie denken en denken, waarop ze om de beurt weer bij Petrus komen om hun plan uit te leggen.
Eerst mag Fons. Petrus vraagt:
“Zo Fons, wat is jouw plan?” Fons zegt:
“Nou voor 300 gulden kan ik die hele trap voor je opknappen. Dat wordt 100 euro voor de materialen, 100 euro voor de arbeidskosten en 100 euro voor mezelf.” Waarop Petrus weer zegt dat het hem wel een goed plannetje lijkt.
Dan is Piet aan de beurt. “Piet, wat is jouw idee?” vraagt Petrus. “Ok,” zegt Piet, “voor 90 euro kan ik die hele trap voor jou als nieuw maken.”
“Wauw,” zegt Petrus, “hое wil je dat doen dan?”
“Nou, het is 30 euro voor de materialen, 30 euro voor de arbeidskosten en 30 euro voor mezelf.” Dat lijkt Petrus wel een beter plan.
Maar Phil is nog aan zet. Petrus vraagt hem wat zijn plan is en Phil zegt:
“Mijn plan kost 290 euro!”
“Ное kom je daar bij?” vraagt Petrus. “Ik zal het uitleggen,” zegt Phil, “ik vraag 100 euro voor mezelf, ik geef u 100 euro en ik laat verder Piet het werk doen voor die 90 gulden.”
“Mooi,” zegt Petrus, “jij mag naar binnen Phil!”
Ferdinand Porsche, beroemd ontwerper van auto’s, is overleden in 1951. Dat is te vinden op Wikipedia. Maar wat er niet bij stond, is dat hij vlak na zijn overlijden een gesprekje met God gehad heeft. Dit is hое het ging.
Ferdinand Porsche overlijdt en komt aan bij de hemelpoort.
Petrus komt hem tegemoet en zegt: ‘Beste meneer Porsche, welkom! Vanwege uw grote verdienste voor de mensheid mag u een wens doen’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, ik zou wel eens met God willen babbelen’.
Petrus had dat al verwacht. De meesten vragen dat, voor zover ze geen schunnige wensen hebben.
Hij brengt Porsche naar het kantoor van God en trekt zich terug.
God verwelkomt hem hartelijk. Porsche groet beleefd en valt vervolgens met de deur in huis.
Hij vraagt: ‘Beste God, ik zou het met u willen hebben over uw ontwerp “de vrouw”. Met alle respect, maar ik vraag me af waar U met uw hoofd zat toen u haar uitvond.’
God kijkt betrapt, maar herstelt zich snel. Hij reageert schijnbaar verbaasd: ‘Ное bedoel je?’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, God, je ontwerp zit vol fouten. Ik som er enkele op.
De voorkant is absoluut niet aerodynamisch.
Het maakt veel te veel lawaai.
De onderhoudskosten liggen zeer hoog.
Het is een kleine week in de maand onbruikbaar.
De achterkant is meestal te zwaar en hangt te los.
Het moet voortdurend opnieuw geverfd en bijgewerkt worden.
De uitlaat zit veel te dicht bij de inlaat.
En vooral: de koplampen zijn vaak te klein en gaan na verloop van tijd naar beneden wijzen.
God denkt even na, en antwoordt dan: ‘Meneer Porsche, je hebt waarschijnlijk gelijk. Ik moet toegeven dat ik ook lichtjes dronken was toen ik de vrouw ontwierp. Maar toch is ze een succes te noemen. Volgens de statistieken rijden er namelijk veel meer mannen met mijn uitvinding dan met de jouwe.’
De paus loopt in de tuinen van het Vaticaan en valt in het drijfzand. Hij zakt er tot zijn middel in. Toevallig ziet een brandweerman op de fiets het en biedt de Paus hulp aan. "Nee", zegt de Paus, "De heer zal mij redden!" 's Middags als de brandweerman terug rijdt naar huis, ziet hij dat de Paus is weggezakt tot zijn borst. Weer biedt hij de Paus hulp aan. "Nee", zegt de paus, "De heer zal mij redden!" Als de brandweerman 's avonds gegeten heeft zit 't 'm toch niet lekker en gaat nog even bij de Paus kijken. Deze staat het water nu echt aan de lippen. "Hier heb je een touw, pak aan man, want je verzuipt!" zegt de brandweerman, maar de Paus blijft stoïcijns en zegt:
"Nee, de heer zal mij redden!" Hij heeft dit nauwelijks gezegd of hij is al verzopen. Als de paus bij de hemelpoort komt maakt hij een hoop stampij. Hij is toch zijn hele leven vroom geweest, waarom heeft de heer hem dan niet geholpen. "Nou nou", zegt Petrus, niet zo heet gebakerd, we hebben god beter het tot 3 KEER toe een brandweerman gestuurd!"
Vier nonnen gaan een dagje uit met de bus en raken betrokken bij een ongeluk, waarbij ze alle vier overlijden. Als ze bij de hemelpoort aankomen, staat Petrus te wachten en zegt:
"Jullie moeten al jullie zonden bekennen, voordat jullie naar binnen mogen."
De nonnen aarzelen even, maar besluiten toch om te bekennen. De eerste non stapt naar voren en zegt:
"Ik heb wel eens naar de реnis van een man gekeken."
Petrus kijkt op en zegt:
"Was je ogen maar in dit water, dan mag je naar binnen."
De tweede non stapt naar voren en zegt:
"Ik heb de реnis van een man wel eens vastgehouden."
Wederom kijkt Petrus op en zegt:
"Was je handen maar in dit water, dan mag je naar binnen." Op het moment dat de derde non naar voren wil stappen, dringt de vierde non voor. "Waarom doe je dit," vraagt Petrus, "er is immers ruimte genoeg?"
"Nou," zegt die non, "ik zou graag eerst mijn mond nog willen spoelen, voordat zij erin gaat zitten."