Een Belg gaat een zaal vol Nederlanders binnen. De Belg zijn taak is om de Nederlanders iets bij te leren.
"Ik heb een vrijwiliger nodig", zegt de Belg. Nadat de Belg het heeft gezegd, zegt 1 iemand heel overtuigd "Ik!!!"
"Oké", zegt de Belg "kom maar naar voor. Ное heet jij?"
"Wel, ik heet Lex Tock" zegt die Nederlander.
"Oké Lex, ik ga je een vraag stellen: Hoeveel is 5+3?"
"Euhm 7" zegt Lex.
"Dat is helaas fout", zegt de Belg.
"En de hele zaal vol Nederlanders zeggen in koor:
"Geef hem nog een kans!!! Geef hem nog een kans!!!!"
"Oké oké", zegt de Belg "Lex, hoeveel is 5+3?"
"Euhm 9" zegt Lex"
"Wel", zegt de Belg "helaas is dat fout"
En heel de zaal zegt in koor:
"Geef hem nog een kans!!! Geef hem nog een kans!!!"
"Oké oké", zegt de belg "maar dit is de laatste kans. Oké Lex, hoeveel is 5+3?"
"Euhm 8" zegt Lex.
En heel de zaal vol Nederlanders zeggen in koor:
"Geef hem nog een kans!!! Geef hem nog een kans!!!"
In het musketierstijdperk staan 3 kooplieden, een Fransman, een Amsterdammer en een Antwerpenaar op een mooie zomerdag aan de Scheldekade te keuvelen over koetjes en kalfjes.
Met een plotse handbeweging onderbreekt de Fransman abrupt zijn twee gesprekspartners, trekt met een zelfzekere beweging zijn degen en tuurt geconcentreerd naar een vlinder die het drietal op speelse manier nadert. Zonder een woord te zeggen, flitst zijn degen enkele malen door de lucht en het vlinderlichaampje valt als een steentje recht naar beneden, terwijl de losgehakte vleugels wegdwarrelen.
Bewondering alom bij de twee toeschouwers om zon virtuositeit met de degen, tot opeens de Amsterdammer eveneens zijn wapen trekt en op gelijkaardige wijze als de Fransman een vlieg te lijf gaat. Het vliegelijfje stort als een bolletje tegen de grond, terwijl de kleine vleugeltjes langzaam wegdwarrelen.
Weerom bewondering van de twee andere kooplieden.
Onze Antwerpenaar kan natuurlijk niet achterblijven als daar plotseling een mug komt aangevlogen ! Onvervaard trekt hij zijn degen en met enkele bewegingen, sneller dan het licht, klieft de punt van de degen door de lucht in de nabijheid van de mug
en de mug vloog gewoon door !
De Fransman en de Amsterdammer stonden krom van het lachen, terwijl ze de tranen uit hun ogen veegden, waarop de Antwerpenaar op nuchtere wijze zei : waarom lachen jullie eigenlijk ? Vliegen doet ze nog wel, die mug, maar kinderen maken dat zal een andere zaak zijn !.
Een boerke en de burgemeester zitten in de wachtkamer van de dokter hun beurt af te wachten. De boer heeft een verkoudheid, terwijl de burgemeester wat darmprobleempjes lijkt te hebben.
Zegt de burgemeester:
"Zeg boer, als we nu een beetje zouden rijmen en dichten, is dat geen goed idee, zo gaat de tijd veel sneller vooruit.'
Diene boer trekt een beetje zijn schouders op waarop de burgemeester weer:
'Allé vooruit, ik zal beginnen, dan zult ge zien hое leuk het is.' en hij zegt:
'Boer, het is aan uwen toer.'
De boer denkt effe na en zegt dan:
'Burgemeester, steek uwe vinger in uw gat.'
'Maar enfin' zegt de burgemeester, 'Dat zegt ge toch niet ... en het rijmt ook niet!'
Waarop de burgemeester:
'Neen, maar het dicht wel hé meneer de burgemeester!'