De peetvader van de maffia ontdekt dat zijn boekhouder hem heeft opgelicht voor 10 miljoen Euro.
De boekhouder is doof, en dat was een van de voornaamste redenen waarom hij de job kreeg, hierdoor zou hij namelijk nooit iets kunnen getuigen.
De peetvader laat zijn advocaat komen die gebarentaal kent.
De peetvader vraagt:
"Waar is de 10 miljoen die je van mij gestolen hebt?"
De advocaat vraagt aan de boekhouder, via gebarentaal, waar hij het geld verstopt heeft.
De boekhouder gebaart terug dat hij niet weet waarover hij het heeft, en de advocaat vertaalt dit voor de peetvader.
De peetvader haalt een pistool tevoorschijn, plaatst het tegen de slaap van de boekhouder, en zegt:
"Vraag het hem nu nog eens."
Waarop de advocaat gebaart naar de boekhouder:
"Hij vermoordt je als je niet vertelt waar het geld is!"
De boekhouder antwoordt in gebarentaal:
"Ok, ok, ik geef toe, het geld zit in een zwarte koffer, in het tuinhuis van mijn moeder."
"Wel", vraagt de peetvader aan de advocaat, "Wat heeft hij geantwoord?"
De advocaat antwoordt:
"Hij zegt dat je niet durft te schieten."
Jack ging met z'n vriend Bob skiën. Ze namen Jack's busje en reden noordwaarts. Nadat ze enkele uren gereden hadden kwamen ze in een verschrikkelijke sneeuwstorm terecht, dus stopten ze bij een nabij gelegen boerderij en vroegen de jonge aantrekkelijke dame die de deur opende of ze konden overnachten.
"Ik ben me ervan bewust dat het buiten slecht weer is, maar ik ben onlangs weduwe geworden", zei ze. "Ik ben ваng dat de buren zullen praten als ik jullie in mijn huis laat overnachten."
"Wees gerust", zei Jack. "We zijn blij genoeg om in de schuur te mogen slapen. En als het weer verbetert zullen we bij dageraad vertrekken."
De dame stemde in en de twee mannen gingen naar de schuur waar ze de nacht doorbrachten. De volgende ochtend was het weer opgeklaard en ze gingen verder op weg. Ze genoten van een fantastisch skiweekend. Maar 9 maanden later kreeg Jack onverwacht een brief van een advocaat. Het duurde enkele minuten voor hij het begreep, dat het van de advocaat van de aantrekkelijke dame was, die hij tijdens het skiweekend ontmoet had. Hij ging bij zijn vriend Bob langs en vroeg:
"Bob, herinner je je aan die knappe weduwe van die boerderij waar we 9 maanden geleden tijdens ons skiweekend verbleven?"
"Ja", antwoordde Bob. "Euh, ben je die nacht toevallig opgestaan en naar het huis gegaan om haar te bezoeken?"
"Wel, euh, ja", zei Bob een beetje verlegen dat hij betrapt was. "Ik moet toegeven dat ik dat gedaan heb."
"En heb je mijn naam in plaats van je eigen naam gebruikt?"
Bob's gezicht werd vuurrood en hij zei:
"Tja, kijk, het spijt me, vriend. Ik ben ваng van wel. Waarom vraag je dat?"
"Ze is net gestorven en heeft me alles nagelaten."