Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriël:
"Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Vlaanderen. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis, en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men vanaf prachtige goudgele stranden zal kunnen overzien."
God ging verder:
"Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Ze zullen bekend worden als Vlamingen. En zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn."
"Maar Heer", vroeg Gabriël, "Denkt u niet dat u misschien een beetje TE genereus веnт voor deze Vlamingen?"
"Niet echt", antwoordde God, "moet je eens opletten wat voor Noorderburen ze krijgen........"
Drie Belgen komen solliciteren in Maastricht bij de mijnen. Dus de baas vraagt aan de eerste Belg:
"Heb je ervaring?"
De Belg:
"Oh, jarenlange ervaring!"
De baas:
"Ное diep zat je?"
De Belg:
"2 meter"
De baas:
"Jij hebt helemaal niet in de mijnen gewerkt, want dan zit je al gauw 1000 meter diep."
De Belg naar buiten en zegt snel tegen de 2e Belg:
"Je moet zeggen dat je 1000 meter diep werkte."
Dus de 2e Belg gaat naar binnen en vertelt dat ie 1000 meter die werkte. Vraagt de baas hое ie naar beneden ging, waarop de Belg antwoord:
"Met de trap natuurlijk!"
De baas:
"Jij liegt, je hebt helemaal niet in de mijnen gewerkt, want dan ga je met de lift naar beneden!"
Dus de Belg gaat naar buiten en zegt tegen de 3e Belg dat ie 1000 meter diep werkte en dat ie met de lift naar beneden ging. Dus de 3e Belg naar binnen en de baas vraagt:
"Heb je ervaring?"
De Belg:
"Allee meneer, natuurlijk! Ik heb 1000 meter diep gewerkt."
Baas:
"Ное ging je dan naar beneden?"
Belg:
"Zijt gij gek? Met de lift natuurlijk!"
Nou denkt de baas bij zichzelf, dat is een goeie, laat ik maar eens een strikvraag stellen, dus vraagt de baas:
"Had jij ook zo'n helm op met zo'n lampje?"
De Belg:
"Welnee, ik werkte bij de dagploeg!"
Een Belg en een Nederlander zitten samen in het café en raken aan de praat. De Belg vraagt:
"Wat studeer je eigenlijk?"
Waarop de Nederlander antwoordt:
"Ik studeer logica."
"Maar wat is dat dan?" vraagt de Belg.
"Nou, heb jij thuis een aquarium?" vraagt de Nederlander.
"Ja," zegt de Belg.
"Nou, dan heb je zeker ook vissen", zegt de Nederlander.
"Ja, natuurlijk", zegt de Belg.
"Nou, dat is dus logisch."
Dan gaat de Nederlander verder:
"En als je van vissen houdt, dan hou je zeker ook van dieren?"
"Ja natuurlijk, vissen zijn toch ook dieren?" antwoordt de Belg.
"Inderdaad", zegt de Nederlander, "maar dat is dus ook logisch."
"En als je van dieren houdt, dan houdt je zeker ook van mensen?"
"Ja, uiteraard", zegt de Belg.
"Nou, dat is dus ook logisch", antwoordt de Nederlander.
"En als jij van mensen houdt, dan houdt je toch ook van vrouwen?"
"Ja, maar natuurlijk", antwoordt de Belg.
"Dat is dus ook logisch", antwoordt de Nederlander.
"En als je dus van vrouwen houdt, dan ben je hetero!"
"Dat klopt", zegt de Belg.
"Nou, dat is nou logica!" zegt de Nederlander.
Een week later zit diezelfde Belg in datzelfde café met een vriend van hem te praten.
"Nou, wat ik vorige week toch mee maakte. Toen was hier een Nederlander en die studeerde logica", zegt de Belg.
"Maar wat is dat dan", vraagt de vriend.
"Nou, heb jij thuis een aquarium?" vraagt de Belg.
"Nou nee", zegt de vriend.
Waarop de Belg antwoordt:
"Nou, dan ben je dus hомо!"
Een Nederlander werkt dagelijks samen met een Belg in een werkplaats. Vertelt de Belg op een dag tegen die Nederlander, dat hij een probleempje aan de hand heeft: hij heeft een stuk grond geërfd van een oom, die daar jarenlang een volkstuin heeft gehad. Hij heeft er echter helemaal geen zin in, om ook een volkstuin te hebben, met al dat werk dat daarbij hoort. Vraagt hij dus aan die Nederlander, of die geen idee heeft, wat hij op die grond kan doen. Zegt de Nederlander, dat hij het wel zou weten. "Ik zou er kuikens op zetten, vetmesten en verkopen". Zegt die Belg:
"Alleeh, da's een goei idee"
. Maanden later was dit onderwerp tussen die twee niet meer ter sprake geweest. Dacht de Nederlander er plots weer aan en vroeg aan de Belg, hое het toch was gegaan met zijn kuikens. Zei de Belg:
"Da's niks geworden"
. Vraagt de Nederlander natuurlijk, hое dat was gekomen. Antwoordde de Belg:
"Kweet niet, maar ik denk, dat ik de kuikens te diep heb gezet".
Op de zesde dag, toen God de wereld had gecreëerd, besliste hij de volkeren te creëren.
Samen met St.-Pieter gaf hij elk volk zijn kwaliteiten.
Hij zij:
"Dit zijn de Zwitsers: spaarzaam en verstandige bankiers"
"Dat zijn de Canadezen: goedlachs en taai"
"Dat zijn Duitsers: nauwkeurig en uitzonderlijke techniekers"
"Dit zijn Amerikanen: zelfzeker en machtig"
"Dat zijn Italianen: inventief en subtiel"
Toen het eindelijk de beurt was aan de Walen, bleven er nog 3 eigenschappen over: Intelligentie, eerlijkheid en socialisme"
In zijn eindeloze goedheid besliste God deze alle 3 aan de Walen te geven.
Sint-Pieter protesteerde "U веnт onrechtvaardig; U geeft de Walen 3 kwaliteiten en de anderen maar 2..."
"Nee," zegt God, "Ik leg het je uit. De Walen willen altijd meer dan de anderen, daarom krijgen zij 3 kwaliteiten... maar ze zullen er maar twee tegelijk kunnen gebruiken!"
En dus daarom: als een Waal intelligent en eerlijk is, is het geen socialist. Als hij intelligent en socialist is, kan hij niet eerlijk zijn. En als je socialist en eerlijk веnт, ben je niet intelligent