Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriël:
"Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Vlaanderen. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis, en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men vanaf prachtige goudgele stranden zal kunnen overzien."
God ging verder:
"Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Ze zullen bekend worden als Vlamingen. En zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn."
"Maar Heer", vroeg Gabriël, "Denkt u niet dat u misschien een beetje TE genereus веnт voor deze Vlamingen?"
"Niet echt", antwoordde God, "moet je eens opletten wat voor Noorderburen ze krijgen........"
Een Belg, een Marokkaan, een non en een bloedmooie meid met een kort rokje en een paar ferme tieten zitten in een treincoupe. Op een gegeven moment rijdt de trein een tunnel in, het licht werkt niet dus het is pikkedonker.
Plots klinkt er een harde klap en als de trein de tunnel weer uitkomt, zit de Marokkaan pijnlijk in z'n gezicht te wrijven.
"Net goed", denkt de non, "die Marokkaan heeft natuurlijk geprobeerd die meid te pakken en die wilde dat niet en heeft hem geslagen!"
"Net goed", denkt de mooie meid, "die Marokkaan heeft natuurlijk mij willen pakken in het donker, heeft per ongeluk die non gepakt, die wilde dat niet en heeft hem geslagen!"
"Кuт", denkt die Marokkaan, "de Belg heeft natuurlijk geprobeerd die mooie meid te pakken, heeft per ongeluk bij die non geprobeerd, die wilde dat niet en heeft gedacht "Tis weer een Marokkaan", waardoor ik de klap heb gekregen!"
En de Belg denkt:
"Bangelijk, als in de volgende tunnel het licht weer ni brandt, mep ik die Marokkaan gewoon weer op z'n bakkes...!"