De juffrouw voor de klas zegt tegen de kinderen:
'Vandaag gaan we het over een bepaald soort dieren hebben, en wel over torren. Wie kan mij een tor noemen?' Bertje steekt zijn vinger op:
'De water-tor, juf.'
'Dat is goed,' zegt de juf, 'en weet je ook wat de water-tor eet?'
'Ja juf, waterplantjes en watervlooien.'
Pietje weet er ook een en steekt zijn vinger op:
'De boom-tor, juf.'
'Dat is goed,' zegt de juf, 'en weet je ook wat de boom-tor eet?'
'Ja juf, boomschors en blaadjes.'
Dan steekt Jantje zijn vinger op en zegt:
'De vibra-tor, juf.'
'De vibra-tor?' zegt de juf, 'ik denk niet dat dat goed is. Kun je ook zeggen wat die eet?'
'Wel ,' zegt Jantje, 'volgens mijn zuster vreet 'ie batterijen.'