Het is een mooie zonnige dag. Hans loopt over straat en ziet een hele hoge boom staan. Hij besluit om in de boom te klimmen. Bijna boven in de boom aangekomen breekt er een tak af. Hans flikkert naar beneden. Dood! Zijn geest staat op uit het lichaam en reist naar de hemelpoort. Daar aangekomen ziet hij Petrus bij de poort staan. Petrus zegt:
"Zo Hans wat doe jij hier? Het is je tijd nog niet!"
"Tsja," zegt Hans, "ik donderde uit een boom, vandaar."
"Vervelend," zegt Petrus, "ik kan je hier nog niet gebruiken. Ik verander je wel in een spin, dan kun je veilig naar beneden kruipen."
Zo gezegd zo gedaan. Hans klautert op zijn acht poten naar beneden via de boom. Als hij halverwege is worden zijn poten moe en Hans besluit een dutje te doen. Hij denkt:
"Ik spin een web dan kan ik daar mooi in gaan liggen." Dus Hans probeert wat draad uit zijn kont te persen. "Uuuuuuuuuuuuuuuuhhhhhhhh!", maar er komt niks uit. "GVD," denkt hij, "hое kan dat nou!" en probeert het weer. "Uuuuuuuuuuuuuuuuuuhhhhh!" maar er gebeurt niks. "Gloeiende gloeiende, nou pers ik alles eruit," denkt hij bij zichzelf... "uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuhhhhhhhhh...!"
Hoort hij ineens:
"Hans! Hans! Wakker worden! Je sсhijт het hele bed onder!"
Tarzan krijgt een ongeval en moet hierdoor een oog, een arm en zijn реnis missen. Hij gaat ten rade bij een wonderdokter die hem eens goed bekijkt. "Kijk" zegt hij, "ik heb geen onderdelen van mensen, enkel van dieren, maar wij zullen ons best doen." Hij plaatst het oog van een arend in de plaats, de arm van een aap en de slurf van in jonge olifant.
Tarzan moet een maand later terug op onderzoek komen.
Een maand later is Tarzan terug bij de dokter, die vraagt hое het momenteel gaat.
"Goed" zegt Tarzan, " ik heb alles gezien van op een kilometer afstand, ik kan uren aan een stuk in de boom hangen, maar ik heb wel problemen als ik door het hoge gras loop."
"Hoezo" vraagt de dokter.
"Awel" zegt Tarzan, "als ik door het gras loop, trekt die slurf tussen mijn benen plukken gras weg uit en probeert deze in mijn kont te duwen!"
Er is een man met een Bijbelwinkel, en die zoekt iemand om Bijbels huis aan huis te verkopen. Dus hij plakt een bord op de etalageruit: gezocht: huis aan huis bijbelverkoper.
Komt er een man binnen, en die zegt:
"Ikkkkk zou graag bbbbijbels verkkkkopen."
Zegt de winkelier:
"Maar meneer, met uw spraakgebrek, zou u dat nu wel doen?"
"Ikkkkk zou ttttoch graag een kkkkans kkkkkrijgen."
"Nou ja," zegt de winkelier, "ik wil iedereen een kans geven, dus dan geef ik u ook een kans. Komt u maandag maar terug om negen uur."
De stotteraar komt terug op maandagochtend, en krijgt een flinke partij Bijbels mee. Om twaalf uur komt hij terug: alle Bijbels verkocht. Hij vraagt om een nieuw pakket. Om vier uur komt hij weer terug: weer alle Bijbels verkocht. En weer vraagt hij om een nieuw pakket.
"Dat is best," zegt de winkelier, "maar nu wil ik eerst eens horen hое je het 'm lapt. Je hebt zo'n formidabele hoeveelheid Bijbels verkocht!"
Zegt de man:
"Gggggewoon. Ikkkkk bbbbbel aan. Er ddddoet iemand open. En dddddan vraag ik:`Wwwwwilt u een Bbbbbijbel kkkkkopen? Of mmmmmoet ik 'm voorlezen?"
Een apotheker komt op een dag tegen de middag naar zijn apotheek, waar Jan al de ganse voormiddag aan het werken is. Buiten staat een man met een pijnlijke grimas op zijn gezicht, bewegingloos te staren naar het voorbijrijdende verkeer.
"Wat is er mis met die man", vraagt de apotheker aan Jan.
"Wel, die kwam daarstraks langs voor hoestsiroop, maar aangezien we dat niet in voorraad hadden, heb ik hem een laxeermiddel gegeven"
"Maar Jan toch!", antwoordt de apotheker, "een verkoudheid los je toch niet op met een laxeermiddel???"
"Oh jawel, ", zegt Jan, " of denk je misschien dat hij durft te hoesten?"