Moppen: Hemel - Hel, St-Pieter
Op dag 6 in het Aards Paradijs besluiten Adam en Eva een strandwandeling te maken. Tegen de middag gaan ze onder een palmboom rusten. Als Adam zo naast Eva ligt en hij haar goddelijke lichaam bewondert, kan een reactie niet uitblijven. Adam begint dan ook avances naar Eva te maken. Eva blijft hier ook niet koel onder en al gauw worden de vijgenbladeren afgeworpen en volgt een vurig liefdesspel, waarbij de vonken er vanaf vliegen. Tegen zonsondergang zijn beiden volledig bevredigd en uitgeput. Dan stelt Eva voor om naar het Paradijsrestaurant te gaan voor een hapje eten. Meteen als Eva opstaat, voelt ze alle liefdessappen langs haar benen glijden en ze zegt dan ook tegen Adam:
"Wacht even, dan loop ik even de zee in om me af te spoelen."
Zo gezegd, zo gedaan. Eva loopt het water in en staat tot aan haar navel in het water, de benen enigszins gespreid en zich van geen kwaad bewust ongegeneerd haar kruis uit te soppen. Plots kijkt ze op en ziet daar God met grote boze stappen over het water aan komen lopen. Bij Eva aangekomen, vraagt God:
"Waar ben jij in MIJN-naam mee bezig?"
Eva:
"Ik ben mijn мuтs aan het soppen, want Adam en ik hebben de hele middag liggen vrijen op het strand."
God:
"Da's dan mooi кlоте, want ik heb net de vissen geschapen en hое krijg ik ooit die geur weer van die beesten af!"
Drie mannen sterven en ze komen aan de poort; st Pieter wacht hen op. Hij zegt:
" Jullie zijn vergeven anders zouden jullie hier niet zijn. Voor ik jullie binnenlaat in de hemel moet ik een vraag stellen. De hemel is zo groot dat je een auto nodig hebt, het merk dat je krijgt hangt af van je antwoord."
De eerste man stapt naar voor en Pieter vraagt:
"Ное lang was je getrouwd?"
De man zegt:
"24 jaar."
"Heb je ooit je vrouw bedrogen?"
"Yeah, 7 maal, maar u zei toch dat ik vergeven was?"
Pieter zegt:
"Zo goed is dat niet hé? Je krijgt een Fiat Punto!"
De tweede man zegt:
"Ik was 41 jaar getrouwd en heb haar één keer bedrogen. Dat was het eerste jaar van ons huwelijk, daarna hebben we het héél goed gehad!"
"Blij dat te horen, je krijgt een Mercedes"
, zegt Pieter. De derde man stapt nu naar voren en zegt:
"St. Pieter, ik weet wat je gaat zeggen maar ik ben 63 jaar getrouwd geweest, heb haar als een koningin behandeld en haar dus nooit bedrogen."
Zegt Pieter:
"Dat hооr ik graag, je krijgt een Jaguar."
Een paar dagen later staat de man aan de kant met zijn Jaguar, hij huilt. De twee andere mannen komen langs en vragen wat er scheelt. Zegt de man:
"Ik heb zonet mijn vrouw gezien, op een skateboard!!!"
Vier nonnen gaan een dagje uit met de bus en raken betrokken bij een ongeluk, waarbij ze alle vier overlijden. Als ze bij de hemelpoort aankomen, staat Petrus te wachten en zegt:
"Jullie moeten al jullie zonden bekennen, voordat jullie naar binnen mogen."
De nonnen aarzelen even, maar besluiten toch om te bekennen. De eerste non stapt naar voren en zegt:
"Ik heb wel eens naar de реnis van een man gekeken."
Petrus kijkt op en zegt:
"Was je ogen maar in dit water, dan mag je naar binnen."
De tweede non stapt naar voren en zegt:
"Ik heb de реnis van een man wel eens vastgehouden."
Wederom kijkt Petrus op en zegt:
"Was je handen maar in dit water, dan mag je naar binnen." Op het moment dat de derde non naar voren wil stappen, dringt de vierde non voor. "Waarom doe je dit," vraagt Petrus, "er is immers ruimte genoeg?"
"Nou," zegt die non, "ik zou graag eerst mijn mond nog willen spoelen, voordat zij erin gaat zitten."
Drie paters krijgen een ongeval en zijn op weg naar de hemel. Daar aangekomen staat st. Pieter op hen te wachten achter een mensen grote balie bij de poort. De eerste pater komt bij de balie. "Wat zijn uw zonden mijn zoon?" vraagt St. Pieter. "Wel," zegt hij "als er een mooie vrouw voorbij liep, kon ik het niet laten en keek ik af en toe eens naar hun mooie benen. Mag ik naar binnen?" Zegt St. Pieter "Uw zonden zijn vergeven mijn zoon, u mag naar binnen." De 2e pater komt aan de balie."En mijn zoon, wat zijn uw zonden?"
"Wel," zegt deze "ik heb in mijn kerk zo'n hoge preekstoel. Nu had ik van alle stoelen een stukje van de achterpoten laten zagen, zodat ik onder de vrouwen hun korte rokken kon kijken. Mag ik naar binnen?"
"Het is kantje boortje," zegt St. Pieter "maar uw zonden zijn vergeven, u mag naar binnen." Komt de derde pater naar voren."En mijn zoon, wat zijn uw zonden?" zegt St. Pieter. "Pfff!" zegt deze "Kijk, overlaatst liep ik in de delhaize en zag ik daar een hele mooie engel van een vrouw met een korte rok. Deze bukte zich om iets uit de rekken te nemen en ik kon het niet laten ..."
"Ik heb die rok omhoog gegooid en hem er ingestoken. Ik mag niet binnen zeker?"
"Neen," zegt St. Pieter "je mag inderdaad niet naar binnen, sorry."
"Dat had ik al gedacht." zegt hij "In de delhaize mocht ik ook al niet meer binnen!"
De paus loopt in de tuinen van het Vaticaan en valt in het drijfzand. Hij zakt er tot zijn middel in. Toevallig ziet een brandweerman op de fiets het en biedt de Paus hulp aan. "Nee", zegt de Paus, "De heer zal mij redden!" 's Middags als de brandweerman terug rijdt naar huis, ziet hij dat de Paus is weggezakt tot zijn borst. Weer biedt hij de Paus hulp aan. "Nee", zegt de paus, "De heer zal mij redden!" Als de brandweerman 's avonds gegeten heeft zit 't 'm toch niet lekker en gaat nog even bij de Paus kijken. Deze staat het water nu echt aan de lippen. "Hier heb je een touw, pak aan man, want je verzuipt!" zegt de brandweerman, maar de Paus blijft stoïcijns en zegt:
"Nee, de heer zal mij redden!" Hij heeft dit nauwelijks gezegd of hij is al verzopen. Als de paus bij de hemelpoort komt maakt hij een hoop stampij. Hij is toch zijn hele leven vroom geweest, waarom heeft de heer hem dan niet geholpen. "Nou nou", zegt Petrus, niet zo heet gebakerd, we hebben god beter het tot 3 KEER toe een brandweerman gestuurd!"
Ferdinand Porsche, beroemd ontwerper van auto’s, is overleden in 1951. Dat is te vinden op Wikipedia. Maar wat er niet bij stond, is dat hij vlak na zijn overlijden een gesprekje met God gehad heeft. Dit is hое het ging.
Ferdinand Porsche overlijdt en komt aan bij de hemelpoort.
Petrus komt hem tegemoet en zegt: ‘Beste meneer Porsche, welkom! Vanwege uw grote verdienste voor de mensheid mag u een wens doen’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, ik zou wel eens met God willen babbelen’.
Petrus had dat al verwacht. De meesten vragen dat, voor zover ze geen schunnige wensen hebben.
Hij brengt Porsche naar het kantoor van God en trekt zich terug.
God verwelkomt hem hartelijk. Porsche groet beleefd en valt vervolgens met de deur in huis.
Hij vraagt: ‘Beste God, ik zou het met u willen hebben over uw ontwerp “de vrouw”. Met alle respect, maar ik vraag me af waar U met uw hoofd zat toen u haar uitvond.’
God kijkt betrapt, maar herstelt zich snel. Hij reageert schijnbaar verbaasd: ‘Ное bedoel je?’.
Porsche antwoordt: ‘Wel, God, je ontwerp zit vol fouten. Ik som er enkele op.
De voorkant is absoluut niet aerodynamisch.
Het maakt veel te veel lawaai.
De onderhoudskosten liggen zeer hoog.
Het is een kleine week in de maand onbruikbaar.
De achterkant is meestal te zwaar en hangt te los.
Het moet voortdurend opnieuw geverfd en bijgewerkt worden.
De uitlaat zit veel te dicht bij de inlaat.
En vooral: de koplampen zijn vaak te klein en gaan na verloop van tijd naar beneden wijzen.
God denkt even na, en antwoordt dan: ‘Meneer Porsche, je hebt waarschijnlijk gelijk. Ik moet toegeven dat ik ook lichtjes dronken was toen ik de vrouw ontwierp. Maar toch is ze een succes te noemen. Volgens de statistieken rijden er namelijk veel meer mannen met mijn uitvinding dan met de jouwe.’
Fons, Piet en Phil overlijden helaas op dezelfde dag. Ze gaan met z’n drieën naar de hemelpoort en komen daar Petrus tegen.
Petrus zegt:
“Jongens, ik heb een treurige mededeling. Vandaag kan ik nog maar 1 van jullie toelaten, want we zitten met een overcapaciteit. Daarom gaan we het als volgt doen. De trap naar de hemelpoort heeft een renovatiebeurt nodig. Wie van jullie het beste plan kan verwezenlijken mag als enige de hemel betreden.”
De drie denken en denken, waarop ze om de beurt weer bij Petrus komen om hun plan uit te leggen.
Eerst mag Fons. Petrus vraagt:
“Zo Fons, wat is jouw plan?” Fons zegt:
“Nou voor 300 gulden kan ik die hele trap voor je opknappen. Dat wordt 100 euro voor de materialen, 100 euro voor de arbeidskosten en 100 euro voor mezelf.” Waarop Petrus weer zegt dat het hem wel een goed plannetje lijkt.
Dan is Piet aan de beurt. “Piet, wat is jouw idee?” vraagt Petrus. “Ok,” zegt Piet, “voor 90 euro kan ik die hele trap voor jou als nieuw maken.”
“Wauw,” zegt Petrus, “hое wil je dat doen dan?”
“Nou, het is 30 euro voor de materialen, 30 euro voor de arbeidskosten en 30 euro voor mezelf.” Dat lijkt Petrus wel een beter plan.
Maar Phil is nog aan zet. Petrus vraagt hem wat zijn plan is en Phil zegt:
“Mijn plan kost 290 euro!”
“Ное kom je daar bij?” vraagt Petrus. “Ik zal het uitleggen,” zegt Phil, “ik vraag 100 euro voor mezelf, ik geef u 100 euro en ik laat verder Piet het werk doen voor die 90 gulden.”
“Mooi,” zegt Petrus, “jij mag naar binnen Phil!”