Een vrouw fietst door Kerkrade met op haar bagagerek twee grote vuilniszakken, waarvan in één vuilniszak een gat zit van waaruit regelmatig briefjes van twintig euro vallen. De politie ziet dat en houdt haar staande met de woorden:
"Mevrouw, doa velt enne janse boel brifjer van tswantsig Euro oes d'r buul !
"Ach neh wah" antwoordt de vrouw, "da mos ich vlot tseruk um se werm op tse raafe!
"Nieks doa va", zegt de politieagent, "woa haste aal die brifjer va, vielleich jeklouwt ?
"Mer neh" antwoordt de vrouw, "iech han inge kling jaat, jenouw neaver ut Roda stadion en komme de mansluuj zoë duks zeke tege de sjtruuch! Meh dat loat ich mich nit jevalle! Ich sjtel mich hinger de hek mit eng hegge sjier en wen inne aa vengt tse zeke, rof iech: Tswantsig Euro of dienge leures deraaf!".
De agent moet lachen en vindt het een goed idee. Nieuwsgierig vraagt hij:
"Enne ... wat sits in dr angere buul"?
Waarop de vrouw antwoord:
"Tsja heer, ze betsale nit alle neuj.........".
Er zit een meisje in de trein, tweede klas, niet roken, midden van decoupe, hondje op schoot, bloemetje in de hand en blik op oneindig. Komt erplots een oude , dikke man tegenover haar zitten. De man knikt even goededag en steekt even later een sigaar op. De man schijnt ervan te genieten en paft lekker weg. Het meisje ziet dit met lede ogen aan. Allengs begint het haar flink te irriteren en na herhaaldelijk vragen, de man rookt rustig verder, is haar geduld op; het meisje barst dan ook uit haar vel; ze staat op, trekt het raampje open, grist de man de sigaar uit de mond en smijt de sigaar naar buiten. Voldaan gaat ze weer zitten. Perplex blijft de man een moment zitten, dan wordt ook hij boos; hij staat op, pakt het hondje van het meisje haar schoot en smijt het niets vermoedende beestje door hetzelfde treinvenster naar buiten... Gescholden dat ze heeft!, ze werd helemaal gek, de conducteur kan haar er nog maar net van weerhouden de noodrem te gebruiken. Bij het volgende station springt het meisje dan ook huilend uit de trein en begint te roepen naar haar hondje. Idefix, idefix (want zo heette de trouwe viervoeter)idefix, idefix!! Maar geen spoor van het hondje! De trein rijdt verder, kompleet met de oude, dikke man die intussen een nieuwe sigaar aan het opsteken is. Maar het meisje is wanhopig en blijft roepen. Eindelijk na een half uur roepen, wie komt daar in de verte aanlopen? Ja hооr, Idefix, het hondje van het meisje, en raad eens wat hij in zijn век heeft? Nou raad eens? Nee, niet de sigaar. Tien ton Staal.
Twee gekken zitten al jaren opgesloten en hebben intensief therapie gekregen. Uiteindelijk worden ze ontslagen uit het gekkenhuis. Het is echter nogal laat op de avond als ze buiten komen en ze halen het niet meer met de trein tot thuis. Ze besluiten dan maar in een hotel een kamer te nemen voor de nacht. De ene gek trekt zijn pyjama aan en poetst zijn tanden, maar als hij terug
Komt in de slaapkamer, ziet hij zijn maat op het nachtkastje zitten, terwijl die zegt:
"Ik ben de nachtlamp."
Wat de zot ook tegen zijn vriend zegt, deze houdt vol:
"Ik ben de nachtlamp."
Potverdikke, ik moet naar het gesticht bellen voor hulp, denkt de gek, want mijn maat is duidelijk nog steeds getikt. Hij belt en de dokter zegt:
"Wees gerust, we komen hem dadelijk halen."
"Ja maar hee", zegt de gek, "dat kan toch wachten tot morgen, want ik zit hier anders wel de hele nacht zonder licht hee!"