Op een dag liepen 2 mannen door de woestijn.
Zegt de een tegen de ander:
'Boh gek, het is me toch een potje hitsig vandaag en nergens een oase, waterval of trekhut te bekennen'.
Zegt de andere:
'ja vertel mij wat, hier op de kaart staat dat er in de buurt een nomadendorp ligt, gaan we daar heen???
Vraagt hij.
Waarop die ander antwoord:
'Ah bon chef, let's fuскing goooh'.
Zo gezegd zo gedaan.
Komen ze daar aan.
Zegt de ene:
'h�, er is maar ��n huisje hier'.
Waarop de andere zegt:
'boeiuh, we gaan gewoon even vragen of ze wat te eten voor ons heeft'.
Nou, zij daarheen, belt aan en doet zo'n shrapnell de deur open, en vraagt:
'Wat mot'at'.
Ze leggen alles aan de vrouw uit waarna de vrouw zegt:
'E�n van jullie moet met mij naar bed, anders gaat het feesie niet door'.
De twee mannen het denken en het denken, 'wie gaat er nou met zo'n loeder de bloemetjes buiten zetten'???
Ze hebben zich dan bedacht en ��n gaat dan met haar mee.
Niet lang daarna trekt ze alles uit en ziet de man haar begroeide grot.
'Nou vooruit'
Zegt die vrouw.
De man ziet uit het raam dat er naast het huis een maisveld staat, hij bedenkt zich niet, hup het raam uit, trekt zo'n kolf eraf en hupakee, erin daarmee.
Na twee minuten is de pret alweer voorbij en snel rijt die man dat gevaarte eruit, en gooit het het raam uit.
Snel steekt hij een peukie op, en babbelt nog wat na met die trol.
De volgende ochtend vraagt hij aan zijn compagnon wat hij zoal gegeten heeft.
'Nou', zegt-ie, 'een flinke, heerlijke maiskolf die ik net op de stoep heb gevonden moet een dikke laag boter erop'.