De Paus heeft een nieuwe pausmobiel laten maken bij Alfa Romeo, een omgebouwde speedstar. Hij vraagt zijn chauffeur of hij ook eens mag rijden. De chauffeur durft de Paus niet tegen het hoofd te stoten en hij laat de Paus een stukje rijden op een rustige autoweg op voorwaarde dat hij dan op de Pausmobieltroon mag zitten tijdens de rit.
Dat gaat prima, 110 km per uur, 130 km per uur, 160 km per uur, 210 km per uur... TA TU TA TU TA TU (Ik weet niet hое dat in Italië klinkt, maar waarschijnlijk net zoo lelijk als bij ons.) Heilige shiт, denkt de agent als de auto stil staat, wat moet ik hier nou mee. Als ik die een bekeuring geef kom ik nooit in de hemel.
Hij besluit zijn chef te bellen en hij legt hem het geval voor. "Chef, ik heb een auto aangehouden die 210 km per uur deed." De chef roept onmiddelijk dat de auto in beslag genomen moet worden en de inzittenden gearresteerd moeten worden. Zo hard rijden is misdadig. "Ja maar, chef" zegt de agent "weet u dat wel zeker, want het gaat om een heel belangrijk persoon, dat is bijna niet te geloven."
De Chef wil geen onderscheid maken, iedereen is hetzelfde voor de wet. Maar als de agent blijft aanhouden vraagt hij uiteindelijk wie die beroemdheid dan wel is. "Dat weet ik niet" zegt de agent "maar hij is heel belangrijk want hij heeft de Paus als chauffeur!!"
Er zit een man aan de bar van het café. Hij bestelt een biertje, drinkt het in één keer leeg en dondert van zijn barkruk.
Moeizaam kruipt hij terug op zijn barkruk, bestelt weer een biertje, drinkt het weer in één keer leeg en dondert weer van zijn barkruk. Dit herhaalt zich nog een aantal keer. Hij bestelt een nieuw pilsje maar de barman zegt dat hij nou wel genoeg gehad heeft, en dat het tijd is om naar huis te gaan.
Na lang aandringen krijgt hij dan toch nog zijn laatste pils, drinkt het weer in één keer leeg, valt weer van zijn stoel, kruipt naar de deur, kan deze met veel moeite openmaken en kruipt de straat op richting huiswaarts.
Thuis aangekomen probeert hij zijn sleutel in het slot te steken van op de grond, maar hij kan er net niet bij.
Zijn vrouw heeft hem echter gehoord en trekt met een ruk de deur open.
"Nou kees, ben je nou weer je rolstoel vergeten in het café" roept ze.