Het was tijd voor de bisschop van Brugge zijn bad! De oude non die het gewoonlijk deed was ziek en daarom was er een jonge non die moest instaan voor haar!
Zuster Magdalena, de jonge non, kreeg heel strenge instructies van de oude non, hое warm het badwater moest zijn, en om de handdoeken op zulke manier
Moest vasthouden dat ze de naaktheid van de bisschop niet zou zien! Maar als ze het toch zou zien, moest ze maar heel hard bidden!
De volgende morgen vroeg de oude non aan zuster Magdalena hое het zaterdagavond bad was verlopen…..
“Oh zuster”, zegde de jonge non dromerig, “ik ben gezegend en gered!!!”
‘Gered?, en vertel eens hое dat is gebeurd!’ zei de oude non.
‘Wel, toen de bisschop in het bad zat, vroeg hij me om zijn rug te wassen! Ik vond dat een hele eer en deed het dan ook! ik mocht dan ook zijn
Schouders en zijn borst wassen, hij begeleide mijn hand toen naar beneden tussen zijn benen waar, naar hij zegde, Onze Heer de Sleutel van de Hemel bewaard!”
‘Is dat zo…?’ zei de oude non koel.
Zuster Magdalena vertelde verder: ‘En de bisschop zei toen dat als de Sleutel van de Hemel in mijn slot past, dat de Poorten van de Hemel voor mij geopend zouden worden en dat ik eeuwig gezegend zou zijn, en gered om bij Onze Heer te mogen wonen!
Toen moest ik het bad ingaan bij de bisschop en hij stak de Sleutel van de Hemel in mijn slot!
‘Is dat waarlijk zo?’ zei de oude non ijzig!
“Ja”, zei zuster Magdalena, “en eerst deed het pijn, maar de bisschop zei dat de weg naar gezegendheid soms pijnlijk kan zijn, maar dat daarna mijn hart met extase zou zwellen!
En inderdaad, dat gebeurde ook…………. het voelde zooooooo goed om gered te worden!!!”
“De lelijke oude schavuit” zei de oude non, “aan mij heeft hij gezegd dat het de hoorn van de engel Gabriel was, en ik heb er 40 jaar op geblazen!!!!
Er komt een prostituee bij de hemelpoort. Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
De hоеr bekent dat ze prostituee is geweest. “Dan mag je hier niet naar binnen,” zegt Petrus, “ga daar maar even op het bankje zitten.”
De vrouw gaat op het bankje zitten huilen. Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zак op zijn rug. Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje en vraagt wat er aan scheelt. Ze legt uit:
“Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen” . – “Is dat het?”, zegt de man:
“‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat. Ik heb een zак met oude kleren op mijn rug. We gooien de kleren eruit, en jij gaat in die zак zitten. Dan smokkel ik jou de hemel binnen.”
Zo gezegd, zo gedaan. De kleermaker loopt naar de hemelpoort en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is. “Ik ben kleermaker geweest,” zegt de man. – “Dan mag je naar binnen,” zegt Petrus.
Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus:
“Maar wat zit er in die zак?” Zegt de kleermaker:
“‘O, een ouwe naaimachien.”
De nieuwe pastoor was zo zenuwachtig, dat hij de eerste mis bijna niet kon spreken en vroeg daarom de bisschop om raad. Deze raadde hem aan voor de mis twee à drie druppels wodka in een glas water te doen en dit op te drinken. De pastoor deed dit en de mis verliep prima: Hij was de rust zelve en alles ging zoals het moet. Nadat de pastoor het recept nogmaals had genomen maar deze keer met iets meer wodka bleef hij zelfs rustig tijdens de mis, terwijl het buiten regende en stormde alsof de wereld verging. Toen hij na de mis weer in de pastorie kwam lag er een briefje voor hem van de bisschop:
Beste Pastoor,
Bij deze neem ik de vrijheid enige feedback te geven op uw laatste mis en hoop dat u aan deze punten zal werken:
Het is niet nodig citroenschijfjes op de rand van de misbeker te steken;
Het hokje naast het altaar is de biechtstoel en geen WC;
Er zijn 10 geboden, geen 12;
Er waren 12 apostelen, geen 14;
Geen van de apostelen was een dwerg en niemand droeg een rood kapje;
Mozes bevrijdde Israël van Egypte niet van Irak;
In het paradijs woonde Adam en Eva, niet Adolf en Eva;
David won van Goliath maar niet door het geven van een “trap in zijn ballen”;
We noemen Judаs niet Hoerenjong en de paus noemen we niet El Padrino;
Bin Laden heeft niets te maken met de dood van Jezus;
Het wijwater is er om te zegenen, niet om de nek te verfrissen;
Waarom u de miswijn in een teug heeft leeggedronken, vervolgens zout oplikte en daarna in een citroen heeft gebeten, snap ik nog steeds niet!?;
Die “мuтs met die kleine tieten” was Moeder Maria;
In het vervolg niet meer steunen op de beelden, deze al helemaal niet meer zoenen;
Diegene in de hoek bij het koor welke u eerst betitelde als hомо en later als travestiet in een nachtpon was ik;
De volgende keer graag twee druppels wodka in het water en niet omgekeerd.
Met vriendelijke groet,
De Bisschop