Jantje gaat naar de stad en ziet een paar rode sokjes in de etalage, ze kosten 1,-.
Jantje gaat naar huis en vraagt eerst aan moeder:
'Mag ik 0,25?' Moeder zegt: nou vooruit, als je de wasmachine repareert. Jantje repareert de wasmachine en krijgt 0,25 ct. Dan gaat Jantje naar zijn vader en zegt:
'Mag ik 0,25?' Vader zegt: Als je de kapotte tv repareert. Jantje repareert de tv en krijgt -,25 ct. hij heeft nu 50 cent.
Hij gaat naar zijn zus en vraagt 'Mag ik 0,25?' z'n zus zegt:
'Oke, als je mijn feun repareert.''
Jantje repareert de feun en krijg 25 cent.
Nu heeft hij 75 cent.
Dan gaat hij naar zijn broer en vraagt:
'Mag ik 0,25?' Zijn broer zegt:
'Alleen als je mijn computer' repareert. Jantje repareert de computer van zijn broer en krijgt 25 cent.
Nu heeft hij 1,-.
De volgende dag gaat Jantje naar de stad om de sokjes te kopen.
De volgende dag als hij net z'n rode sokjes aan wilt trekken ontploft de wasmachine... en is zijn moeder dood...
De volgende dag als hij net z'n rode sokjes aan wilt trekken ontploft de feun... en is zijn zus dood...
De volgende dag als hij net z'n rode sokjes aan wilt trekken ontploft de tv... en is zijn vader dood...
De volgende dag als hij net z'n rode sokjes aan wilt trekken ontploft de computer... en is zijn broer dood...
De volgende dag als hij net z'n rode sokjes aan wilt trekken gaat de bel...
Er staat een вееr voor de deur.
Wat zegt de вееr? (...)
Antwoord: Niks, want beren kunnen niet praten.